In 1911 ontwierp de Leuvense bouwmeester en ingenieur Emile Goethals een eclectisch ensemble van vier burgerhuizen in opdracht van aannemer van openbare werken L.G. Jansen-Van der Veeken.
Jansen-Van der Veeken had op de naastgelegen percelen al remises en een opslagplaats voor bouwmateriaal opgetrokken, aansluitend bij zijn eigendommen op de achtergelegen kavels op de Cogels-Osylei.
Hij liet vier opvallende burgerhuizen ontwerpen in een bijna symmetrisch ontwerp, waarbij de twee identieke, spiegelend gebouwde centrale woningen iets hoger waren, met een gekoppelde gelobde geveltop en de twee flankerende huizen met uitzondering van de detaillering van de geveltop eveneens identiek en spiegelend waren gebouwd. Het ensemble is geschonden door de afbraak en nieuwbouw van de tweede woning in de rij (522).
De huizen tellen drie traveeën en drie bouwlagen onder doorlopende zadeldaken. De rode bakstenen topgevels kregen een hele levendige, pittoreske aankleding en vormgeving, waarin zwarte baksteen, blauwe hardsteen, witte natuursteen, smeedijzer, houtwerk en glas gecombineerd worden.
Nummers 520 en 526 wijken enkel in de geveltop van elkaar af, waarbij de linkse woning een ronde en de rechtse woning een vijfzijdige afwerking kreeg, allebei geaccentueerd door een houten kroonlijst op schragen, in cottagestijl. De begane grond, die bij nummer 525 is omgevormd tot garage, bevatte bij allebei de woningen een rechthoekige deur en twee vensters, in natuurstenen omlijsting met rechte latei, sluitstukken en negkettingen. De eerste verdieping van beide woningen trekt de aandacht, met een centraal deurvenster met balkon en luifel van kleurrijk glas in lood, geflankeerd door twee smalle rechthoekige vensters. De bovenverdieping is omschreven door een brede boog, gevormd door de kroonlijst steunend op twee zwarte bakstenen pilasters. Twee rondboogvensters en twee oeils-de-boeuf voorzien de bovenverdiepingen van licht. Het schrijnwerk van deur en vensters is bij nummer 522 bewaard, gekenmerkt door houten roedeverdeling van de vensters en beglaasde delen van de dubbele voordeur voorzien van smeedijzeren traliewerk. Bij nummer 526 verdwenen deuren vensters op de begane grond; de rest is grotendeels bewaard.
De twee centrale woningen vormden eveneens een symmetrisch en identiek duo, waarvan enkel de rechter helft is bewaard (524). Op de begane grond twee gekoppelde rechthoekige vensters en een brede deur. Hier ook nadruk op de eerste verdieping, met in de venstertravee, een drielicht onder een leien luifel, voorzien van een breed balkon. Bovenverdieping met twee rechthoekige vensters, waarvan het linker een deurvenster is met toegang tot een klein balkon boven de leien luifel. Fantasierijke, gelobde geveltop met overhoekse lisenen en een smeedijzeren topstuk. Het schrijnwerk van deur en vensters op de begane grond is bewaard.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 956 # 3222.
- S.N. 2013: Herwaarderingsplan Zurenborg, deel II: Inventaris, 177-179.