Op de hoek van de Uitbreiding- en de Velodroomstraat is een opvallend gebouw met bakstenen tuinmuur in neo-Vlaamserenaissance-stijl aanwezig. Het complex werd gebouwd rond 1911 in opdracht van Frans Ubbelohde, die woonde in een ruim burgerhuis op de Cogels-Osylei 71. Hij gaf architecten Cols & Defever de opdracht om op een aansluitend perceel achter zijn huis, een gebouw met paardenstallen en een remise op te trekken. De familie Ubbelohde was afkomstig uit Duitsland en was naar Antwerpen geëmigreerd om zich in de haven toe te leggen op de export van metaal en ijzer.
Het hoekcomplex bestaat uit een gebouw van twee bouwlagen op een grillige plattegrond en een ruime koer, volledig omheind door een bakstenen muur in dezelfde stijl als het gebouw. In de Velodroomstraat was een brede poort voorzien als toegang tot het complex. Het oorspronkelijke gebouw telde twee traveeën in de Uitbreidingsstraat, en was vijf traveeën diep, met een fraai uitgewerkte tuingevel. Tegen de muur van de Uitbreidingsstraat werd een lage aanbouw voorzien, die later met één bouwlaag werd opgetrokken tot boven de oorspronkelijke omheining. Daarbij werd ook een toegangsdeur voorzien in de tweede travee van het hoofdvolume, zodat het complex niet enkel meer toegankelijk is via het hek in de Velodroomstraat, maar ook vanuit de Uitbreidingstraat.
De plattegrond in het bouwdossier toont ons de oorspronkelijke functies van het gebouw. In het hoge volume aan de kant van de Uitbreidingstraat waren een stal en twee boxen voorzien, waarachter een trappenhuis en "getuigkamer". In het iets bredere aansluitende volume aan koerzijde, een grote remise, met trappenhuis in een traptorentje, een kleine werkplaats en een toilet. Het lage volume tegen de muur aan de Uitbreidingstraat kreeg op het plan geen functie toegewezen.
Het pand met ommuring is ontworpen in neo-Vlaamserenaissance-stijl, de bouwstijl die steevast werd gekozen voor paardenstallen en remises op het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. Rode baksteenbouw op hardstenen plint, met witte natuursteen voor speklagen, sluit- en hoekstenen van de muuropeningen, onderdorpels en lateien; alles onder leien bedaking. De gevel in de Uitbreidingstraat bestaat uit twee traveeën en twee bouwlagen, met een vensterrisaliet onder een tuitgevel met schouderstukken en topstuk. Beneden segmentbogige muuropeningen, onder meer de nieuw ingebrachte deur, boven een rechthoekig venster met veelkleurig ingevuld boogveld, verder twee eenvoudige rechthoekige venstertjes. De tuingevel van het complex is meer fantasierijk uitgewerkt. De vijf traveeën tellende gevel werd zeer afwisselend opgebouwd, met twee als puntgevels uitgewerkte dakvensters met topstukken, en rechts de achtzijdige traptoren met koepelvormig dak. Afwisselende muuropeningen, met natuurstenen detaillering. Naast dit basisvolume, werd een lage aanbouw in de Uitbreidingstraat met een tweede bouwlaag verhoogd, in aansluitende stijl.
De tuinmuur in de Velodroomstraat heeft een hardstenen plint, en bestaat uit rode baksteen met witte natuurstenen speklagen. De brede poort is gevat tussen twee bakstenen pijlers, bekroond met gebogen frontons met natuurstenen topstukken en steunend op lisenen. Op de bakstenen muur, een hardstenen deksteen, waarboven een smeedijzeren hekwerk tussen bakstenen pijlers zorgt voor extra beveiliging van de binnenkoer.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 956 # 3158.
- S.N. 2013: Herwaarderingsplan Zurenborg, deel II: Inventaris, 181.