Twee identieke, in spiegelbeeld gebouwde arbeiderswoningen, opgetrokken rond 1904 voor C. Hermans, wonende in de Krijtstraat 3, en voor L. Voets, die woonde in de Parochianenstraat 12, allebei in Antwerpen. Een ontwerper is niet vermeld in het bouwdossier.

De woningen tellen twee traveeën en twee bouwlagen onder een leien mansardedak. Geel bakstenen parement op plint van blauwe hardsteen; kordonlijst en doorlopende onderdorpels in blauwe hardsteen. Kleurrijke accenten door de friezen en sierbanden in zwarte en witte baksteen. Dit materiaalgebruik is overgenomen uit de art nouveau, terwijl de indeling en het opzet van de gevel neoclassicistisch is. Smalle deurtravee met dakvenster onder spits dak, en breed vensterrisaliet met dakvenster met frontonbekroning. Segmentbogige deur en vensters waarin het houtwerk is bewaard, met uitzondering van het benedenvenster op nummer 46.

Omwille van de ligging op een spits toelopend perceel, hebben de woningen een geringe diepte. De rechter woning (44) heeft de klassieke enkelhuisindeling met een gang en keuken in de deurtravee en twee achter elkaar liggende kamers in de venstertravee. De linker woning is te ondiep voor dit schema, waardoor de keuken achter de gang beperkt is tot een kleine driehoekige kamer.