Neoclassicistisch, bakstenen gebouw, opgericht in 1850 (jaartal op latei boven rondboogdeur), ter vervanging van een bouwvallig geworden, eveneens éénbeukig kerkje.
Eénbeukig schip van drie traveeën met rondboogvensters; rechthoekig koor van twee traveeën en ingebouwde toren. Omgeven met kerkhof en kerkhofmuur waarin een hele reeks oude 16de- en 17de-eeuwse grafkruisen werden ingemetseld.
Mobilair: Kruisweg van J. Lecrenier (getekend en gedateerd 1863). Beeld Verrezen Christus met Kruis, gepolychromeerde terracotta (eerste helft 19de eeuw). Hoofdaltaar (tweede helft 18de eeuw?); zijaltaren (midden 19de eeuw); gietijzeren dienstaltaar (midden 19de eeuw).
GEUKENS D., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Limburg, Kanton Sint-Truiden, Brussel, 1977, pagina 50.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n1 (A-Ha), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
Het orgel is één van de talrijke instrumenten die Fr. Loret (Mechelen) vervaardigde en werd geplaatst in 1864. Het heeft één klavier en telt tien registers. Het instrumentale gedeelte is vrij seriematig van factuur, maar de orgelkast is een fraai en origineel meubel, klassiek van structuur.
Onroerend Erfgoed Limburg, Digitaal beschermingsdossier DL002384, drie orgels in Gingelom (S.N., 2004).