Teksten van Het Lombardenhuys

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/21845

Het Lombardenhuys ()

Het Lombardenhuys is een neoclassicistische burgerhuis uit circa 1850 met latere aanpassing door architect Arthur Lippens maar met oudere kern. De bescherming als monument werd vernietigd door een arrest van de Raad van State op 28 januari 2010.

Historiek

Verschillende huizen in de Aldestraat waren (en zijn nog steeds) een pendant van huizen in de parallelle Lombaardstraat of omgekeerd. Zo ook het zogenaamde Lombardenhuys. De oudst geregistreerde toestand van het pand dateert uit 1530, toen Jan van Hilst, alias Beckers, waard van Den Helm en later burgemeester, het kocht. De omschrijving in de akte spreekt voor zich: “Het Lombaerdenhuys in die auwe strate utcomende in die Lombaardstrate”. Vermoedelijk was het een klassiek middeleeuws diephuis, dat in de loop der jaren was uitgebreid en aangepast. De benaming Lombardenhuis roept trouwens associaties op met de benaming Lombaardstraat, die voor het eerste half officieus opduikt in een document van 1322.

De ontwikkeling van het huis kan dus vermoedelijk vanaf de Lombaardstraat worden verondersteld, waarbij de uitbreiding naar de Aldestraat toe op termijn belangrijker was voor het aanzien van het pand. De traditionele bouwevolutie vertrekt van een voorhuis zonder kelder, waaraan een achterhuis met kelder werd toegevoegd, dat op zich weer evolueerde tot breedhuis en op die manier steeds verder werd verbouwd. Zo is het niet onlogisch dat Beckers in de 16de eeuw een huis kocht in de Aldestraat en niet in de Lombaardstraat. De Aldestraat evolueerde trouwens gestaag tot een voorname straat, waarvan verschillende 17de- en 18de-eeuwse breedhuizen nog steeds getuigen.

De benaming Lombardenhuys slaat niet noodzakelijk op een effectief gebruik als pandjeshuis. In Hasselt werden door de eeuwen heen verschillende lommerds op verschillende adressen gesignaleerd. Het is dus niet noodzakelijk zo dat telgen van Jan van Hilst, die het huis nog ruim twee eeuwen na zijn dood in eigendom hielden, effectief een pandjeshuis onder hun hoede hadden. Hoogst waarschijnlijk is de benaming uit gewoonte blijvend verbonden aan het huis.

In het derde kwart van de 19de eeuw was het huis de eigendom en woning van burgemeester Clemens Vanderstraeten. Mogelijks was hij verantwoordelijk voor het huidige uitzicht van het pand. Onder zijn impuls werd de Aldestraat alleszins als eerste Hasseltse straat gekasseid en werd er een gaslantaarn aan de gevel bevestigd. Voor de eerste wereldoorlog werd het pand bewoond door architect Arthur Lippens, die de nodige aanpassings- en uitbreidingswerken liet uitvoeren. Dokter Colens, een telg van de familie, bewoont het pand nog steeds.

Beschrijving

Exterieur

Het Lombardenhuys is een neoklassiek bakstenen breedhuis van het dubbelhuistype met vijf traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak, van omstreeks 1850. De façade, een gedecapeerde lijstgevel, is afgelijnd door een hardstenen plint en een houten kroonlijst. De woning heeft rechthoekige muuropeningen: een deur in vlakke hardstenen omlijsting en vensters met dito lekdrempels en (enkel op het gelijkvloers) bovendorpels. Van de oorspronkelijke pleisterafwerking bleven slechts de diamantkopvormige steigergatvullingen bewaard.

Architect Lippens liet het huis in het begin van de 20ste eeuw drastisch uitbreiden, zonder hierbij aan de neoklassieke constellatie van het bestaande gedeelte te tornen. De uitbreiding is duidelijk zichtbaar aan de achterzijde, niet zozeer omdat het bouwperceel hier smaller is en er slechts plaats was voor vier traveeën, maar eerder doordat er twee bouwlagen werden voorzien in plaats van drie, zonder dat hierbij van de hoogte van het bestaande pand werd afgeweken. Een kleine achterwaartse linkervleugel omvatte de keuken en een externe kelderingang, maar de aanbouw werd later verwijderd.

Indeling

De woning heeft een dubbelhuisstructuur, zoals af te leiden uit de façade, maar intern overlangse tweeledigheid met een authentiek voorhuis en een smaller achterhuis. Het voorhuis is het oudst en wordt gevormd door een centrale dwarshal, die twee voorname ruimten scheidt en achteraan leidt naar een overlangse traphal achter de rechtse ruimte. Het voorhuis is uniform onderkelderd onder een tongewelf met opening naar de straatzijde toe, en beschikt over twee verdiepingen, evenals een zolder. De verdiepingen zijn ingedeeld als het gelijkvloers, maar het voorste gedeelte van de hal is geïsoleerd als extra ruimte.

Het achterhuis is een recentere (laat-19de- tot vroeg-20ste-eeuwse) toevoeging, aangesloten op het schema van het voorhuis: eigen kelder onder vlakke afdekking, gelijkvloers met een verlenging van de dwarshal, links een grote pronkruimte over de breedte van het salon linksvoor, rechts een keuken die smaller is dan de ruimte rechtsvoor, aangezien het perceel minder breed is. Het gelijkvloers niveau is hoger dan in het oude voorhuis, in verhouding ongeveer anderhalve bouwlaag, waardoor het gebouw slechts over één verdieping beschikt en de uitbreiding van de hal hier slechts kon geschieden door inlassing van enkele trapjes. Boven dit eerste verdiep is nog een zolderruimte te situeren, onder hetzelfde dak als de zolder van het voorhuis, waardoor ook hier een niveauverschil blijkt. Achter de keuken prijkte voorheen nog een achterbouw met dito keuken. Deze is ondertussen verwijderd, maar in de kelder bleven nog sporen van een externe ingang vanaf het koertje bewaard.

Interieur

De inkom van de woning bestaat uit een eenvoudige dwarse vestibule en overlangse traphal, met recente natuurstenen vloer en lambriseringen, evenals een 19de-eeuwse houten bordestrap met eenvoudige gesculpteerde paal en balustrade. Vanuit de vestibule zijn drie pronkvertrekken toegankelijk via monumentale dubbeldeuren: twee salons in het oudste gedeelte van de bouw, telkens één aan elke kant van de gang, en een eetkamer in het rechtergedeelte van de toegevoegde achterbouw.

De salons aan de straatzijde zijn afgewerkt met houten vloeren en een naar verhouding indrukwekkend stucdecor dat wellicht met de midden-19de-eeuwse verbouwingsfase van het pand kan worden geassocieerd. Het linkse salon, dat via een dubbeldeur in verbinding staat met de achterliggende eetkamer, is afgewerkt met lambriseringen en al dan niet gekraald lijstwerk rond de deuren; de zoldering wordt ingeleid door een kooflijst, getooid met strikken, festoenen en bloemkransen, die een echo vinden in het centrale lichtrozet. De schoorsteen behoort tot de monumentaalste van het pand, met een marmeren onderstel (gepilasterde rechtstanden en balk met trigliefen) en een gestucte spiegel (rechthoekig spiegelvlak, afgeboord met pilasters en bekroond met een grotesk. Het rechtse salon maakt een rustieker indruk, met lambriseringen, vlak gestucte wanden en een zoldering met dwarse, omstucte moerbalk met eierlijst. De resterende plafondpanelen zijn onderverdeeld in stuc-cassettes. Van de schoorsteen is enkel de spiegel vermeldenswaardig, met een schouderbogig spiegelvlak, bekroond met een medaillon waarin een grotesk is uitgewerkt, het geheel afgeboord met composiete pilasters. Het natuurstenen onderstel, met een mond bekleed met faiencetegels in Hasselts-Delftse traditie, is een recentere toevoeging.

De eetkamer is een laat-19de- tot vroeg-20ste-eeuwse toevoeging, met een houten vloer en afwerking in neomaniëristisch houtsnijwerk: hoge lambriseringen met pilaster- en paneelverdeling; schelp- en banderolmotieven in houtsnijwerk; een hoge schoorsteen met natuurstenen rechtstanden (standaard-neogotisch man- en vrouwmotief), zwaar versierde houten latei met wijnranken en gewijzigde, lage spiegel; ramen met traditionalistische glas-in-loodverdeling; een zoldering met houten moer- en kinderbalken.

De eerste verdieping is traditioneel minder versierd. Opmerkelijk is hier de dwarse nachthal, die via trapjes van het oude voorhuis naar het achterhuis leidt. De overgang wordt verder geaccentueerd door pilasters. De verdieping beschikt over eenvoudige enkeldeuren met spiegelboogvormige panelen en een aantal schoorstenen, waaronder een onderstel in houtsnijwerk en een gestucte spiegel met Toscaanse zuiltjes.

De tweede verdieping, enkel van toepassing op de voorbouw, vertoont nog de originele binnendeuren, enkelvoudig en gekoppeld in een omlijsting met architraafmotief, een enkel exemplaar zelfs met een ruitvormig bovenlicht.

  • CALUWAERTS G. 1989: Hasselt intra muros. Hasselt binnen de oude wallen. Historiek van straten, pleinen, gebouwen en huizen zoals opgetekend door Jan Juliaan Melchior (1848-1920), Deurne/Hasselt, 225.
  • SCHLUSMANS F. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6N1 (A-Ha), Brussel – Gent, 266.

Bron: Beschermingsdossier DL002213, Hasselt Lombaerdenhuys (digitaal dossier)
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2003: Het Lombardenhuys [online], https://id.erfgoed.net/teksten/155086 (geraadpleegd op ).


Burgerhuis ()

Neoclassicistisch getint breedhuis van het dubbelhuistype, vijf traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak(?), uit de eerste helft van de 19de eeuw.

Bakstenen gebouw met een bepleisterde en beschilderde lijstgevel op een beschilderde hardstenen plint. Rechthoekige vensters met beschilderde hardstenen lekdrempels, en dito lateien op de benedenverdieping. Rechthoekige deur in een beschilderde hardstenen omlijsting. Houten kroonlijst en diamantkopvormige steigergatvullingen.


Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n1 (A-Ha), Brussel - Gent.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 1981: Het Lombardenhuys [online], https://id.erfgoed.net/teksten/21845 (geraadpleegd op ).