Maakte tot aan de Franse tijd deel uit van het Witte Nonnenklooster. Breedhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (kunstleien) met dakkapel, uit midden 19de eeuw. Beschilderd bakstenen gebouw, afgelijnd met hoekbanden, en steigergaten onder de houten kroonlijst. Rechthoekige vensters met hardstenen dorpels, en een rechthoekige deur in een hardstenen omlijsting op neuten.