Breedhuis van het enkelhuistype, drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen), uit eind 19de - begin 20ste eeuw.
Bakstenen gebouw met een bepleisterde en beschilderde lijstgevel; licht verhoogde begane grond; decoratie van verticale lijnen en kleine gestileerde bloemen op de penanten; zware puilijst. Rechthoekige vensters in een licht uitspringende geprofileerde omlijsting met rankwerk en gestileerde bloemmotieven op de lateien; gesmeed ijzeren leuningen op de tweede bouwlaag; kordon vormende lekdrempels op de bovenverdieping; rechthoekig balkon met smeedijzeren balkonleuning, geschraagd door twee hermen. Rechthoekig deur zoals de benedenvensters, met kalkstenen trap.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n1 (A-Ha), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)