Herenhuis met laatgotische kern uit 1591, winterverblijf van verschillende adellijke families, onder meer de Heren van Ham.
Breedhuis van het enkelhuistype, zes traveeën en twee bouwlagen onder steil zadeldak (leien), met huidig neoclassicistisch uitzicht uit de tweede helft van de 19de eeuw, doch oudere kern uit de 16de eeuw, zichtbaar in de achtergevel en de zijgevel.
Bakstenen gebouw met een gecementeerde lijstgevel op een hardstenen plint. Gevelordonnantie in de vorm van imitatiebanden en schijnvoegen; geprofileerde puilijst. Rechthoekige vensters in een geriemde omlijsting met kordon vormende lekdrempels, sluitstenen op de benedenverdieping en druiplijsten op de bovenverdieping; rechthoekige erker. Rechthoekige poort in een omlijsting zoals de benedenvensters.
Sobere achtergevel; het zadeldak is hier omgevormd tot mansardedak met drie dakvensters. Rechthoekige vensters met mergelstenen hoekstenen en dito latei onder een ontlastingsboog van twee rollagen; recent aanbouwsel. Rechts bleef het bovenste gedeelte bewaard van de vierkante 16de-eeuwse hoektoren van het oorspronkelij ke gebouw, voorzien van een tentdak (leien); bakstenen constructie met mergelstenen banden, hoekbanden en steigergaten; kalkstenen kruiskozijnen met negblokken, geprofileerd beloop en accoladeboogvormige profilering op de latei. De zijgevels zijn voor zien van S-vormige muurankers, speklagen en zware schouderstukken.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n1 (A-Ha), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)