Neoclassicistisch enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen), 1904 gedateerd op een gevelsteen.

Bepleisterde en beschilderde lijstgevel boven een licht verhoogde begane grond met arduinen plint en keldervensters. Een met hoekbanden afgelijnd risaliet markeert de linkertravee. Horizontale gevelgeleding door middel van gekorniste kordonlijsten, die tevens de lekdrempels en druiplijsten met elkaar verbinden, en licht uitspringende banden. Rechthoekige vensters met afgeronde (bovenverdieping) of inspringende hoeken in geprofileerde omlijstingen met oren en siersluitstenen of tandlijstversiering (tweede bouwlaag); panelen op de borstweringen. Rechthoekig balkon met balustrade op de bel-etage, steunend op de zware consoles van de rechthoekige poortomlijsting. Hoofdgestel met panelen op het fries en een houten kroonlijst met tandlijstversiering op modillons.