Ursulinenklooster en Sint-Angela-instituut gesticht in 1857. Twee neogotische vleugels naar verluidt respectievelijk van 1903 (oostelijke kloostervleugel) naar ontwerp van F. Smet en van 1907 (westelijke schoolvleugel) naar ontwerp van B. Smet met ertussen het "Moortgathuis" dat in kern zou opklimmen tot 1719 (zie gevelstenen Anno 1719 in de plint); de voorbouw was naar verluidt voltooid voor de Eerste Wereldoorlog, latere uitbreidingen onder meer van 1958 en het vierde kwart van de 20ste eeuw.
Baksteenbouw van respectievelijk negen (oostvleugel) en acht (westgevel) traveeën en drie en twee bouwlagen onder leien zadeldak (nok evenwijdig aan straat) gemarkeerd door Brugse traveeën; sierankers.
Oostelijke kloostervleugel
Lijstgevel met dubbelhuisopstand verhoogd met spitsbogige dakvensters onder topgeveltjes. Bovenverdieping van eerste travee met uitspringend hoektorentje onder leien spits. Gekoppelde segmentboogvensters. Schouderboogdeur onder spitsbogig bovenlicht met maaswerk en Heilig Hartbeeld, geprofileerde arduinen omlijsting. Interieur met neogotische houten deuren en stucwerkplafond (spreekkamer rechts). Tuindeur met art-nouveauglasraam. Binnenkoer met arduinen gedenksteen "1858".
Moortgathuis
Sterk aangepast dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen. Ontpleisterde lijstgevel met rechthoekige muuropeningen, onder meer centrale poort in arduinen entablementomlijsting.
Westelijke schoolvleugel
Lijstgevel met links ingangstravee, vermoedelijk met trapzaal, uitgewerkt als vierkante toren met gekoppelde vensters, voorts versneden steunberen en baksteenfriezen; getoogde benedenvensters en spitsbogige meerlichten. Laatste travee achteruit springend op bovenverdieping met koor van voormalige kapel, heden turnzaal.
Sobere bakstenen achtergevels met getoogde muuropeningen en sierankers. Aansluitend: latere schoolvleugels.
- S.N., Klein-Brabant een eeuw kontrast, foto's van toen en nu, in Heemkundig jaarboek van de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant v.z.w., XXV-XXVI, Puurs, 1990-1991, 98.