Teksten van Jeneverstokerij Stellingwerff-Theunissen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/22111

Jeneverstokerij Stellingwerff-Theunissen ()

De gebouwen van de stokerij zijn geschikt rondom een binnenkoer. Ten noorden bevinden zich het woonhuis, de toegangspoort en een schuur, ten oosten bevindt zich de jeneverstokerij, ten zuiden de vroegere ossenstallen en ten zuidwesten de paardenstallen en de remise. Aan een tweede binnenkoer was een likeurfabriekje gelegen.

Historiek

Oorspronkelijk was de stokerij een kloosterhoeve die tijdens de Franse bezetting verbeurd werd verklaard en als stokerij werd ingericht. Waarschijnlijk werd de stokerij opgericht door J.A.S. Bamps. Deze kocht in 1803 van vrederechter Hussen een op deze plaats gelegen hoeve, en installeerde hierin voor 1807 een brandewijnstokerij. Boerderij en stokerij werden in dat jaar verkocht aan Leo Vaesen die ze tot zijn dood (1822) uitbaatte. Via zijn zuster Maria Catharina (erfenis), gehuwd met Guillaume Stellingwerff, kwam het complex in handen van laatstgenoemde familie, die in 1880 een verkoop sloot met de stokers Jozef Theunissen en Godfried Van Russelt. Tot in 1938 werd het bedrijf uitgebaat door de familie Theunissen, in samenwerking met verschillende associés.

De laatste graanalcohol werd er omstreeks 1940 gestookt, doch tot in het midden van de jaren 1960 werd er op beperkte schaal likeuren geproduceerd. De opbouw van het complex gaat in essentie terug op het grondplan van de vroegere gesloten hoeve, en wijkt weinig af van de vorm die voorkomt op het Franse kadaster en op het primitief kadasterplan van 1844. Ook andere aspecten verwijzen naar deze oorsprong: vooral de aanwezigheid van vakwerkbouw in de achtergevel van het woonhuis, en ook de gepende houten gebinten boven woonhuis en stokerij. De lichte wijzigingen aan het grondplan en het huidige aspect van het woonhuis kwamen circa 1850-1860 tot stand.

Sedert begin 1975 had het complex sterk te lijden onder allerhande vandalisme, en onder de weersinvloeden. Dakpannen, balken en dergelijke werden ontvreemd, opzettelijke vernielingen werden aangebracht (onder meer de ruiten), en tweemaal werd een brandstichting geconstateerd. Als gevolg van deze toestand stortte het grootste deel van de stallingen in, en werden sommige delen van het houtwerk sterk door vocht aangetast.

In 1979 kocht de stad Hasselt de stokerij aan. Deze bestond uit het woonhuis en specifieke bedrijfsruimten zoals: mouttoren, kiemzolder, stokerij, schuur, stallen en likeurfabriek. Er was geen productieapparatuur meer aanwezig. De stokerijvleugel in haar huidig voorkomen dateert uit het eerste kwart van de 19de eeuw en kende ondanks de technische evolutie weinig verandering. Ze draagt sporen van een 19de-eeuwse schouw, een stookkanaal, een ingemetselde alambiek voor stoken met rechtstreeks vuur en van grondvaten. Er zijn ook sporen van een latere modernisering rond 1906 wanneer een stoomstokerij werd geïnstalleerd. De kalkstenen sokkels van de stoommachine en graanmolen en het gangwerk geven duidelijke aanwijzingen over de inrichting van de molenzaal. De plaats van de vroegere stoomketel op het gelijkvloers onder de mouttoren, aangesloten op een fabrieksschouw is duidelijk. De liggende, gemetste eest is oorspronkelijk en enig in zijn soort.

De restauratie van de gebouwen, gerealiseerd met Europese, provinciale en rijkstoelagen, startte in het voorjaar 1983 en werd in juli 1987 voltooid zodat op 16 september van datzelfde jaar het Nationaal Jenevermuseum zijn deuren kon openen. Bij de museologische uitbouw van het complex ondergingen een aantal onderdelen een functiewijziging om de toegankelijkheid en de bruikbaarheid als museum te vergroten zonder echter afbreuk te doen aan de industrieel-archeologische waarde van de stokerij.

De beheerders van het museum in oprichting gingen de uitdaging aan om een stoombranderij te reconstrueren in de vroegere productieruimten. Authentieke stookapparatuur moest toelaten om de inrichting van een laat 19de-, begin 20ste-eeuws jeneverbedrijf te evoceren en het traditionele productieproces van moutwijn te visualiseren.

Deze opdracht werd aanzienlijk bemoeilijkt door het gebrek aan oorspronkelijke apparatuur. Hiervoor waren onder meer de Eerste Wereldoorlog met de inbeslagname van het koperwerk door de bezetter, de accijnswetgeving en de schroothandelaars verantwoordelijk. Bovendien moest de capaciteit van de distilleereenheid in overeenstemming zijn met de aard en de omvang van het vroegere bedrijf en de bedrijfsgebouwen en moest ook de capaciteit van de onderdelen van de eenheid op elkaar afgestemd zijn.

Gerichte zoekacties en contacten met de bedrijfswereld leverden in 1981 een gouden tip op. In Géromont-Malmédy (Oostkantons) bevond zich in de opgedoekte stokerij H. Servais nog een volledig intacte stookeenheid uit het laatste kwart van de 19de eeuw. De installatie bestaande uit een beslagkuip, stoompomp, gistkuipen, distillatiekolom, meetvat, spoelingvat, alambiek en koelwaterreservoir is de oudste van ons land en een uniek voorbeeld van een stoomstokerij. De gemeenteraad keurde op 28 april 1981 op advies van de vzw Nationaal Jenevermuseum de aankoop van de stookinstallatie voor een bedrag van 1.000.000 frank goed.

De demontage en het transport namen drie weken in beslag. De installatie werd tentoongesteld in het voorlopige museum en verhuisde in 1987 naar de huidige locatie. De installatie wordt omwille van haar intrinsieke waarde en haar waarde voor het museum tot de kerncollectie van het museum gerekend.

De installatie werd vervolledigd met een stoommachine en een graanmolen. De stoommachine, vervaardigd door de firma Van Coppenolle in Berchem-Oudenaarde, is afkomstig van de stoommelkerij Sint-Salvator in Booischot. De molenstoel komt uit de landbouwstokerij Guilliams in Jeuk; de graanmolen werd gevonden in de vuurmolen van Overrepen.

De volledige installatie werd oordeelkundig gerestaureerd. Om de authenticiteit van de installatie te vrijwaren, werden ontbrekende stukken op basis van historische documenten opnieuw vervaardigd of met onderdelen van soortgelijke toestellen vervolledigd.

Bij de inplanting van de verschillende onderdelen van de stookinstallatie werd rekening gehouden met de oorspronkelijke indeling van de productieruimten.

Beschrijving

Het geheel is geschikt rondom een binnenkoer (deels gekasseid en met treurwilg).

Ten noorden hiervan bevinden zich het woonhuis, de toegangspoort en een schuur, van links naar rechts, palend aan de Wittenonnenstraat. Het geheel telt twaalf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen) met twee dakkapellen. Het bakstenen gebouw is opgetrokken op een hardstenen plint. Het door baksteenpilasters afgezoomd middenrisaliet is bekroond met een driehoekig fronton met oculus. De muuropeningen zijn rechthoekig; de vensters zijn voorzien van hardstenen lateien en lekdrempels. Het gebouw is toegankelijk via drie deuren, en een poort in het risaliet. De zijgevels hebben aandaken en vlechtingen.

Ten oosten van de binnenkoer, grenzend aan de thans overwelfde Demer, bevindt zich de jeneverstokerij. Deze bezit een sober-functionele gevel van twee en een halve bouwlaag, onder zadeldak (Vlaamse pannen). Alhoewel de technische installatie uitgebroken is, laten muur- en vloersporen, evenals vroegere bevestigingspunten toe de binnenindeling te reconstrueren (onder meer de plaats van gemetste kolven). De vloer tussen de begane grond en de tweede bouwlaag is samengesteld uit bakstenen troggewelfjes tussen overhoeks geplaatste houten balkjes; laatstgenoemde rusten op zware moerbalken. De begane grond (stookruimte) werd midden 19de eeuw (?) in lengterichting in twee verdeeld: in de muurpartij zitten de vroegere houten ondersteuningskolommen van de moerbalken verwerkt, en deze binnenmuur is voorzien van de typische industriële boogramen met ijzeren roedeverdeling. Het aan de Demer grenzende oostelijke gedeelte is verhoogd en onderkelderd (tonnenkelder). In de noordoostelijke hoek bevindt zich nog de basis van de vroegere (monocylinder ?) stoommachine. De zolderverdieping van de stokerij is door een houten tussenvloer in een dubbele graanzolder (en mouterij ?) verdeeld. In het zuidwesten bevindt zich, aangebouwd aan de stokerij, de mouteest, gekenmerkt door zijn afgeknotte piramidevorm: een eestvloer met metalen roosterwerk; op de begane grond was hieronder vroeger de stoomketel ondergebracht (Lancaster-type?).

Aansluitend aan deze, en eveneens ten zuiden van de binnenkoer bevinden zich de vroegere ossenstallen bestaande uit één bouwlaag onder zadeldak en met binnenin zware moerbalken voor de zoldervloer. Dit gebouw werd begin 20ste eeuw omgevormd tot spoelruimte, al werd hierbij het interieur, waaronder de arduinen troggen, behouden. De ronde fabrieksschouw (later tot op nokhoogte gesloopt) was naast de eest, doorheen het dak van de stallingen ingebouwd. Tegen de voorgevel van de stallingen werd in het begin van de 20ste eeuw eveneens een metalen spoelingbak aangebouwd. Ten zuidwesten van de binnenkoer bevonden zich de paardenstallen en de remise (later duiventil).

Langsheen deze bereikte men een tweede binnenkoer, ten westen van de eerste en deels achter de schuur gelegen. De gebouwen aan deze binnenkoer herbergden vanaf het einde van de 19de eeuw een likeurfabriekje (versnijden van alcohol en toevoegen van smaken).

De stookinstallatie uit het laatste kwart van de 19de eeuw is ingericht in een stokerijvleugel uit het eerste kwart van de 19de eeuw. De volledige distilleereenheid toont hoe er tijdens de eerste industriële revolutie granen-eau-de-vie werd geproduceerd. De stokerij werkt volledig op stoom.

Stoommachine
  • Herkomst: de stoommachine is afkomstig uit de melkerij Sint-Salvator te Booischot en werd in 1987 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: omzetten van thermische energie (stoom) in bewegingsenergie. De stoommachine zorgt voor de aandrijving van de graanmolen en het roerwerk van de beslagkuip.
  • Type: liggende stoommachine met Meyer’s expansieschuif.
  • Beschrijving: liggende zuigerstoommachine met vaste ontsnapping zonder condensatie en een veranderlijke expansie. Twee stoomschuiven type Meyer’s verdelen in het stoomhuis de stoom over de cilinder. De heen- en weergaande beweging van de zuigerstang wordt via de drijfstang en een kruk omgezet in de roterende beweging van het vliegwiel. Het toerental wordt met de “bollen van Watt’ automatisch constant gehouden.
  • Constructeur: Van Coppenolle, Berchem-Oudenaarde
  • Bouwjaar: vermoedelijk 1927, klopbrief opgesteld te Lier op 29 november 1928
  • Capaciteit: 18 kilowatt of 24.4 pk
  • Afmetingen:
    • diameter cilinder: 250 millimeter
    • diameter vliegwiel: 2000 millimeter
    • lengte zuiger: 400 millimeter
    • gemiddeld toerental: 140 toeren per minuut
  • Materiaal: gietijzer, lagerbrons, glijlagers bezet met wit antimoon, rood koper, glas, verenstaal voor de cilindersegmenten
Graanmolen
  • Herkomst: de molenstoel is afkomstig uit de landbouwstokerij Guilliams te Jeuk en werd in 1985 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Het gangwerk, de molenstenen en de elevator zijn afkomstig uit de vuurmolen van Marc Neven te Overrepen en werden in 1987 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: malen van graan en mout voor de graanstokerij.
  • Type: graanmolen
  • Beschrijving: de graanmolen wordt aangedreven door de stoommachine. De elevator brengt het graan naar de kaar (graankuip) van waaruit het graan tussen de molenstenen valt en wordt gemalen. De fijnheid van het gemaal is afhankelijk van de afstand tussen de molenstenen. De elevator is tegen de molenstoel geïnstalleerd en bestaat uit twee houten zuilen waarin een lederen riem loopt waaraan ijzeren bakjes zijn vastgemaakt. De molenstenen zitten vervat in de molenstoel en zijn uit kunststeen gemaakt.
  • Constructeur: onbekend
  • Bouwjaar: de molenstoel is vermoedelijk van 1950. De molenstenen, de lift en het gangwerk zijn vermoedelijk van 1960.
  • Capaciteit: 300 kilogram meel per uur
  • Afmetingen:
    • hoogte: 3380 millimeter
    • breedte: 3610 millimeter
    • diepte: 1840 millimeter
  • Materiaal:
    • brons (glijbus)
    • hout (elevator)
    • leder (drijfriem)
    • kunststeen (molensteen)
    • staal, gietijzer
Transmissieas met lagersteunen
  • Herkomst: de transmissieas en de vijf glijlagersteunen zijn afkomstig van Frans Demedts uit Essen en werden in 1987 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: overbrengen van de beweging van de stoommachine naar de graanmolen en het roerwerk van de beslagkuip.
  • Type: hangende glijlagersteunen met transmissieas
  • Beschrijving: de transmissieas waarop de riemschijven zijn aangebracht, brengen met de riemen de beweging van de stoommachine over naar de graanmolen en het roerwerk van de beslagkuip. De as bestaat uit twee delen die door een koppeling met elkaar verbonden zijn. De vijf glijlagersteunen hangen aan balken en dragen de twee assen.
  • Constructeur: onbekend
  • Bouwjaar: onbekend
  • Afmetingen: transmissie
    • lengte: 12,75 meter
    • diameter: 50 millimeter
  • Materiaal: gietijzer en staal
Beslagkuip
  • Herkomst: de beslagkuip is afkomstig van de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1980 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: in de beslagkuip wordt het graanzetmeel onder invloed van de moutenzymen omgezet in vergistbare suikers.
  • Type: cilindrische open kuip met roerwerk, rechtstreekse en onrechtstreekse stoomopwarming en afkoeling.
  • Beschrijving: de cilindrische, open stalen kuip is bewerkt met klinknagels. Ze staat op een platform dat ondersteund wordt door vier ijzeren poten. Er zijn twee aansluitingen voor water, twee aansluitingen voor stoom en een afvoer voor het versuikerde beslag en het koelwater. Een stalen roerwerk, aangedreven door de stoommachine, zorgt ervoor dat het beslag goed gehomogeniseerd wordt en tijdens het opwarmen en het versuikeren niet kan aanbranden. De opwarming gebeurt ofwel door rechtstreekse stoominjectie ofwel met behulp van stoom die door een koperen buis stroomt. De temperatuur van het beslag kan afgelezen worden op een thermometer die gemonteerd is aan de buitenzijde van de kuip. Het versuikerde beslag wordt in de beslagkuip afgekoeld en loopt door zwaartekracht naar de gistkuip.
  • Constructeur: onbekend
  • Bouwjaar: vermoedelijk 1920
  • Capaciteit: inhoud: 1200 liter
  • Afmetingen:
    • hoogte: 2300 millimeter
    • diepte: 1950 millimeter
    • diameter: 1450 millimeter
  • Materiaal: staal, gietijzer, lagerbrons, rood koper
Gistkuip 1
  • Herkomst: de gistkuip is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1980 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: in de gistkuip worden de vergistbare suikers door bakkersgist in alcohol omgezet.
  • Type: open cilindrische gistkuipen.
  • Beschrijving: open cilindrische stalen kuip op drie ijzeren poten. De poten zijn met klinknagels vastgezet; de romp en de licht gebombeerde bodem zijn aan elkaar gelast.
  • Constructeur: onbekend
  • Bouwjaar: vermoedelijk 1920
  • Capaciteit: inhoud: 1122 liter
  • Afmetingen:
    • hoogte: 1420 millimeter
    • diameter: 1140 millimeter
  • Materiaal: staal, rood koper, ijzer
Gistkuip 2
  • Herkomst: de gistkuip is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1980 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: in de gistkuip worden de vergistbare suikers door bakkersgist in alcohol omgezet.
  • Type: open cilindrische gistkuipen.
  • Beschrijving: open cilindrische stalen kuip op drie ijzeren poten. De poten zijn met klinknagels vastgezet; de romp en de licht gebombeerde bodem zijn aan elkaar gelast.
  • Constructeur: onbekend
  • Bouwjaar: vermoedelijk 1920
  • Capaciteit: inhoud: 1122 liter
  • Afmetingen:
    • hoogte: 1420 millimeter
    • diameter: 1140 millimeter
  • Materiaal: staal, rood koper, ijzer
Gistkuip 3
  • Herkomst: de gistkuip is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1980 aangekocht door de Stad Hasselt.
  • Functie: in de gistkuip worden de vergistbare suikers door bakkersgist in alcohol omgezet.
  • Type: open cilindrische gistkuipen.
  • Beschrijving: open cilindrische stalen kuip op drie ijzeren poten. De poten zijn met klinknagels vastgezet; de romp en de licht gebombeerde bodem zijn aan elkaar gelast.
  • Constructeur: onbekend
  • Bouwjaar: vermoedelijk 1920
  • Capaciteit: inhoud: 1122 liter
  • Afmetingen:
    • hoogte: 1420 millimeter
    • diameter: 1140 millimeter
  • Materiaal: staal, rood koper, ijzer
Stoompomp
  • Herkomst: de stoompomp is een schenking van de stokerij Smeets uit Hasselt.
  • Functie: de stoompomp wordt aangewend voor het verpompen van het vergiste beslag vanuit de gistkuipen naar de distillatiekolom.
  • Type: verdringerpomp met bolkleppen.
  • Beschrijving: de Worthington stoompomp bestaat uit een pompgedeelte en een stoomcilinder. De verdringer is hier een zuiger die onder invloed van stoom in de cilinder beweegt en de pomp in werking zet. De pomp werkt met bolkleppen die de kleppenkamers openen en afsluiten om zo druk te maken en het beslag door te pompen. De pomp is voorzien van vier kraantjes die het overtollige condenswater afvoeren.
  • Constructeur: Worthington
  • Bouwjaar: vermoedelijk 1920
  • Capaciteit: maximum 100 liter vergist beslag per minuut
  • Afmetingen:
    • hoogte: 310 millimeter
    • breedte: 720 millimeter
    • diepte: 320 millimeter
  • Materiaal: gietijzer, verenstaal voor de segmenten op de cilinders, lagerbrons, katoenkoord
Continu werkend distilleerapparaat
  • Herkomst: het continu werkende distilleerapparaat is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1981 aangekocht door de stad Hasselt voor het inrichten van de stokerij in het Nationaal Jenevermuseum.
  • Functie: in het distilleerapparaat worden de vluchtige stoffen van het vergiste beslag gescheiden van de niet-vluchtige stoffen.
  • Type: continu werkend distilleerapparaat volgens het systeem Cellier-Blumenthal. De aanvoer van het vergiste beslag en de afvoer van de vluchtige stoffen (ruwbrand of flegma) en de niet-vluchtige stoffen (spoeling) gebeuren op een continue wijze.
  • Beschrijving: het distilleerapparaat bestaat uit twee koperen kolommen: de distillatiekolom en de kolom waarin de voorverwarmer, de koeler en de verdichter zijn ingebouwd. Het vergiste beslag doorloopt de voorverwarmer en de verdichter en komt opgewarmd juist boven de bovenste bronzen schotel in de distillatiekolom terecht. Het naar beneden stromende, vergiste beslag komt er met de opstijgende stoom in contact waarbij de alcohol en de andere vluchtige componenten met de stoom worden meegenomen. De dampen worden in de verdichter gecondenseerd in tegenstroom met het vergiste beslag. De gecondenseerde damp (flegma of ruwbrand) wordt verder in de koeler afgekoeld met water. Het opgewarmde koelwater stroomt deels terug naar het koelwaterreservoir. Het flegma (30-35 % vol alcohol) stroomt verder via het meetglas naar het meetvat. De niet-vluchtige componenten (spoeling) worden onderaan de distillatiekolom afgevoerd en stromen in de voorverwarmer waar ze het vergiste beslag opwarmen. De afgekoelde spoeling gaat via het hevelvat naar het spoelingpompvat. Van hieruit wordt de spoeling met stoom naar de spoelingbak verdrongen.
  • Constructeur: Franz Hermann, Keulen
  • Bouwjaar: vermoedelijk van 1880
Distillatiekolom
  • Herkomst: de distillatiekolom is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1981 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: in de distillatiekolom worden de vluchtige stoffen (flegma of ruwbrand) van de niet-vluchtige stoffen (spoeling) gescheiden.
  • Type: continu werkend distilleerapparaat volgens het systeem Cellier-Blumenthal. De aanvoer van het vergiste beslag en de afvoer van de vluchtige stoffen (ruwbrand of flegma) en de niet-vluchtige stoffen (spoeling) gebeuren op een continue wijze.
  • Beschrijving: de koperen distillatiekolom bevat dertig schotels van gietbrons. Het vergiste beslag wordt juist boven de bovenste schotel binnengebracht en doorloopt stapsgewijs, met eenzelfde snelheid, de onderliggende schotels. Terzelfdertijd wordt onder de onderste schotel stoom ingeblazen. Deze stoom doorloopt in tegenstroom met het vergiste beslag de bovenliggende schotels waarbij hij stapsgewijs rijker en rijker wordt aan vluchtige componenten. De alcoholrijke damp verlaat de distillatiekolom bovenaan en stroomt naar de verdichter. Het vergiste beslag dat naar beneden loopt, wordt armer en armer aan vluchtige componenten. De spoeling verlaat de distillatiekolom onder de onderste schotel en stroomt in de voorverwarmer. Een peilglas laat toe het evenwicht tussen de aanvoer van het vergiste beslag en de afvoer van de ruwbrand en de spoeling te controleren en te regelen via de stoompomp en de stoomkraan.
  • Constructeur: Franz Hermann, Keulen
  • Bouwjaar: vermoedelijk van 1880, gepatenteerd door Cellier Bloementhal in 1814.
  • Capaciteit: 100 liter vergist beslag per uur; inhoud: 4 hectoliter 79
  • Afmetingen:
    • hoogte: 4620 millimeter
    • diameter: 450 millimeter
  • Materiaal: rood koper, messing, ijzer, glas
Verdichter
  • Herkomst: de verdichter is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1981 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: de verdichter is een warmtewisselaar waarin de alcoholrijke dampen worden gecondenseerd en waarbij het vergiste beslag opwarmt.
  • Type: spiraalverdichter
  • Beschrijving: de alcoholrijke dampen, komend van de distillatiekolom, stromen door een koperen spiraal in tegenstroom met het vergiste beslag. De gecondenseerde dampen stromen vervolgens naar de koeler.
  • Constructeur: Franz Hermann, Keulen
  • Bouwjaar: vermoedelijk van 1880
  • Capaciteit: inhoud: 0.6 hectoliter
  • Afmetingen:
    • hoogte: 900 millimeter
    • diameter: 450 millimeter
  • Materiaal: rood koper
Koeler
  • Herkomst: de koeler is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1981 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: in de koeler worden de gecondenseerde dampen verder afgekoeld tot 20 °C.
  • Type: buiskoeler
  • Beschrijving: de koperen koeler bevat fijne koperen buisjes waardoor de gecondenseerde dampen (flegma), komend van de verdichter, stromen. Rond deze buisjes stroomt koud water en koelt het flegma. Het gekoelde flegma stroomt via het meetglas naar het meetvat.
  • Constructeur: Franz Hermann, Keulen
  • Bouwjaar: vermoedelijk van 1880
  • Capaciteit: inhoud: 1 hectoliter 27
  • Afmetingen:
    • hoogte: 1480 millimeter
    • diameter: 450 millimeter
  • Materiaal: rood koper, ijzer
Voorverwarmer
  • Herkomst: de voorverwarmer is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1981 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: de voorverwarmer is een warmtewisselaar waarin de spoeling wordt afgekoeld en het vergiste beslag wordt opgewarmd.
  • Type: spiraal
  • Beschrijving: de voorverwarmer bevat een spiraalvormig opgedraaide koperen buis waardoor het vergiste beslag stroomt. De hete spoeling stroomt er rond in dezelfde richting. Het vergiste beslag wordt hierbij opgewarmd en stroomt verder naar de verdichter. De afgekoelde spoeling stroomt via het hevelvat naar het spoelingpompvat.
  • Constructeur: Franz Hermann, Keulen
  • Bouwjaar: vermoedelijk van 1880
  • Capaciteit: inhoud 1 hectoliter 19
  • Afmetingen:
    • hoogte: 1600 millimeter
    • diameter: 450 millimeter
  • Materiaal: rood koper, ijzer
Spoelingpompvat
  • Herkomst: het spoelingpompvat afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en in 1981 aangekocht door de stad Hasselt was in erbarmelijke staat. Daarom werd in 1986 door de Technische Dienst van de stad Hasselt een volledig nieuw spoelingpompvat gemaakt, identiek aan het oude.
  • Functie: het spoelingpompvat dient enerzijds als opslagvat van de spoeling en anderzijds functioneert het als een pomp om de spoeling te verpompen.
  • Type: drukvat.
  • Beschrijving: het cilindrisch spoelingpompvat vangt tijdens het distilleerproces de spoeling op. De spoeling wordt daarna met behulp van stoom weggeduwd naar de spoelingbak op de binnenkoer van de stokerij.
  • Constructeur: Technische Dienst van de stad Hasselt
  • Bouwjaar: 1986
  • Capaciteit: inhoud: 600 liter
  • Afmetingen:
    • hoogte: 2000 millimeter
    • diameter 920 millimeter
  • Materiaal: ijzer
Spoelingbak
  • Herkomst: de spoelingbak werd in 1986 door de Technische Dienst van de stad Hasselt gemaakt. Hij is identiek aan de spoelingbak die in de voormalige stokerij Stellingwerff-Theunissen aanwezig was. Deze bak was niet meer te hergebruiken.
  • Functie: vergaarbak voor de spoeling.
  • Beschrijving: de spoelingbak is een open rechthoekige bak met een koperen toevoer- en aflaatkraan.
  • Constructeur: Technische Dienst van de stad Hasselt
  • Bouwjaar: 1986
  • Capaciteit: inhoud: 10.000 liter
  • Afmetingen:
    • hoogte: 1580 millimeter
    • breedte: 2930 millimeter
    • diepte: 2950 millimeter
  • Materiaal: ijzer
Meetvat
  • Herkomst: het meetvat is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1981 aangekocht door de Stad Hasselt.
  • Functie: meetvat ter bepaling van de hoeveelheid geproduceerde alcohol en de alcoholsterkte.
  • Type: meetvat voorgeschreven door de Belgische Douane en Accijnzen.
  • Beschrijving: cilindrisch rood geschilderd ijzeren vat. Het vat is voorzien van een glazen venster waarop schaalverdelingen zijn gegraveerd waardoor men het volume van het flegma kan bepalen (de schaalverdelingen zijn door de Douane en Accijnzen geijkt). Aan het vat zijn vijf kranen gekoppeld: de inlaat van het flegma, de (door de Douane en Accijnzen verzegelde) aftapkraan en drie monsternamekraantjes. Deze zijn op drie verschillende hoogten aangebracht. Een roersysteem zorgt voor de homogenisering van het flegma. De drie monsternamekraantjes monden uit in een buis waarmee een verzamelmonster kan worden genomen. De alcoholsterkte (densiteit), het volume en de temperatuur wordt door de Douane en Accijnzen samen met de stoker bepaald. De gegevens worden bijgehouden in een register.
  • Constructeur: onbekend
  • Bouwjaar: vermoedelijk 1880
  • Capaciteit: inhoud: 1.800 liter
  • Afmetingen:
    • hoogte: 2780 millimeter
    • breedte: 1300 millimeter
    • diepte: 1410 millimeter
  • Materiaal: gietijzer, staal, lagerbrons, glas
Handpomp 1
  • Herkomst: de handpomp is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1981 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: verpompen van het flegma van het meetvat naar de alambiek.
  • Type: handbediende zwengelpomp.
  • Beschrijving: cilindrische zuigerpomp uit gietijzer met een houten handvat. De pomp heeft een toevoer- en een afvoeropening voor het aansluiten van leidingen tot een dikte van ¾ inch. De pomp wordt meestal op een houten plank of rechtstreeks tegen een muur bevestigd.
  • Op de pomp staat het ‘nr. 4’ingegoten in het frame.
  • Constructeur: onbekend
  • Bouwjaar: vermoedelijk 1920
  • Restauratie: de pomp werd grondig gekuist en voorzien van nieuwe dichtingen.
  • Capaciteit: 30 liter per minuut
  • Afmetingen:
    • hoogte: 630 millimeter
    • breedte: 240 millimeter
    • diepte: 240 millimeter
  • Materiaal: gietijzer, hout en lagerbrons
Handpomp 2
  • Herkomst: de handpomp is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1981 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: verpompen van de voor- en naloop van het voor- en naloopvat naar een verzamelvat.
  • Type: handbediende zwengelpomp.
  • Beschrijving: cilindrische zuigerpomp uit gietijzer met een houten handvat. De pomp heeft een toevoer- en een afvoeropening voor het aansluiten van leidingen tot een dikte van ¾ inch. De pomp wordt meestal op een houten plank of rechtstreeks tegen een muur bevestigd.
  • Op de pomp staat het ‘nr.5’ingegoten in het frame.
  • Constructeur: onbekend
  • Bouwjaar: vermoedelijk 1920
  • Capaciteit: 30 liter per minuut
  • Afmetingen:
    • hoogte: 630 millimeter
    • breedte: 300 millimeter
    • diepte: 250 millimeter
  • Materiaal: gietijzer, hout en lagerbrons
Discontinu werkend distilleerapparaat
  • Herkomst: dit discontinu distilleerapparaat is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1981 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: in dit distilleerapparaat wordt de ruwbrand gerectificeerd waarbij de voorloop (methanol, aldehyden en esters) en de naloop (foezelalcoholen) van de middenloop (fijnbrand) worden gescheiden.
  • Type: discontinu distillatie
  • Beschrijving: het distilleerapparaat bestaat uit een cilindrisch vat (alambiek) en een koeler. Om het vat te vullen wordt met een handpomp de ruwbrand verpompt van het meetvat naar de alambiek. Door middel van directe stoom wordt de ruwbrand opgewarmd en gerectificeerd.
  • Constructeur: Gebroeders Becker, Beckum-Westfalen
  • Bouwjaar: vermoedelijk 1880
  • Afmetingen:
    • Hoogte: 5730 millimeter
    • Breedte: 3680 millimeter
    • Diepte: 1740 millimeter
Alambiek
  • Herkomst: de alambiek is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1981 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: in de alambiek wordt de ruwbrand gerectificeerd waarbij de voorloop (methanol, aldehyden en esters) en de naloop (foezelalcoholen) van de middenloop (fijnbrand,moutwijn) worden gescheiden.
  • Type: discontinu distillatie
  • Beschrijving: de alambiek bestaat uit een cilindrisch vat dat met zwaluwstraatverbindingen aan elkaar gezet is en met geel koper werd afgelast. De bodem is omgezet en met koperen klinknagels vastgezet. Het deksel is licht gebombeerd en met ijzeren flenzen en schroeven aan de cilinder vastgeschroefd. De cilindrische helm is eveneens met zwaluwstaartverbindingen aan elkaar gezet en met geel koper afgelast. Uit deze helm vertrekt een koperen buis van 2 inch (de brug genoemd) naar de koeler.
  • De alambiek heeft een temperatuurmeter, een vulopening, een mangat, een aflaatkraan van 2 inch, een peilglas en twee stoomaansluitingen. Door directe stoominblazing wordt de ruwbrand snel opgewarmd. Bij indirecte opwarming stroomt de stoom in een liggende spiraal door de ketel naar een condenspot die de afgewerkte stoom onder de vorm van condenswater terug naar de stoomgenerator stuurt. Deze spiraal wordt meestal gebruikt om de temperatuur tijdens het distilleren gemakkelijker en fijner te kunnen regelen.
  • Constructeur: Gebroeders Becker, Beckum-Westfalen
  • Bouwjaar: vermoedelijk 1880
  • Capaciteit: inhoud: 1.317 liter
  • Afmetingen:
    • hoogte: 2190 millimeter
    • diameter: 1300 millimeter
    • diepte: 1450 millimeter
  • Materiaal: rood koper, gietbrons, ijzer, messing, glas
Koeler
  • Herkomst: de koeler is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1981 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: in de koeler worden de voor-, midden- en naloop gecondenseerd.
  • Type: dubbelwandige buiskoeler.
  • Beschrijving: de koeler is verbonden door een koperen buis met de alambiek(de brug) en is gevuld met koelwater komend van het koelwaterreservoir. De dampen afkomstig van de alambiek stromen bovenaan, in tegenstroom met het koelwater door een dubbelwandige koperen buis in de koeler. De gecondenseerde en afgekoelde dampen stromen verder naar het peilglas waar de stoker op basis van densiteitsmetingen en door proeven een scheiding maakt van de voor-, midden- en naloop. Het peilglas bestaat uit een glazen stolp, een monsterkraan en een tweewegskraan voor het verdelen van de verschillende lopen. De voor- en naloop worden afgevoerd naar het voor- en naloopvat terwijl de middenloop (fijnbrand met 60-65 % vol alcohol) in het fijnbrandvat wordt opgevangen.
  • Constructeur: Gebroeders Becker, Beckum-Westfalen
  • Bouwjaar: vermoedelijk 1880
  • Capaciteit: inhoud: 350 liter
  • Afmetingen:
    • hoogte: 2350 millimeter
    • breedte: 960 millimeter
    • diameter: 500 millimeter
    • diepte: 920 millimeter
  • Materiaal: rood koper, gietbrons, ijzer, messing, glas
Voor- en naloopvat
  • Herkomst: het voor- en naloopvat is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1981 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: vat voor de opslag van de voor- en naloop bij de tweede (discontinue) distillatie.
  • Beschrijving: vergaarbak uit koper met peilglas, mangat, toevoer- en aflaatkraan. De tank is aan de binnenzijde vertind en verstevigd door de twee draadstangen die door de tank heen steken en aan de buitenzijde aan een profiel zijn vastgeschroefd. De inhoud van de tank werd geijkt door de Douane en Accijnzen. Deze tank werd in de stokerij Servais gebruikt voor de opslag van het flegma (ruwbrand). De tank is in 1987 als dusdanig ook geïnstalleerd in het Nationaal Jenevermuseum. In 1994 werd de oorspronkelijke vergaarbak voor de voor- en naloop vernietigd en met akkoord van de Douane en Accijnzen werd voortaan de ruwbrand in het meetvat verzameld en de voor- en naloop in deze tank.
  • Constructeur: onbekend
  • Bouwjaar: onbekend
  • Capaciteit: inhoud: 2000 liter
  • Afmetingen:
    • hoogte: 1080 millimeter
    • breedte:1700 millimeter
    • hoogte: 1440 millimeter
  • Materiaal: rood koper, gietbrons, ijzer, glas, tin
Fijnbrandvat
  • Herkomst: het fijnbrandvat is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1981 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: tussentijdse opslag van de middenloop (moutwijn) tijdens de discontinue distillatie.
  • Beschrijving: cilindrisch koperen vat met een mangat. Bovenaan de kuip is er een toevoerkraan voor de middenloop (fijnbrand of moutwijn). Aan de onderzijde bevindt zich een afvoerkraan. Het vat is voorzien van een peilglas om het volume fijnbrand te kunnen meten. Dit peilglas is door de Douane en Accijnzen geijkt naar inhoud. De tank staat op een ijzeren stelling.
  • Constructeur: onbekend
  • Bouwjaar: vermoedelijk 1880
  • Capaciteit: inhoud: 325 liter
  • Afmetingen:
    • hoogte: 800 millimeter
    • breedte: 1270 millimeter
    • diepte: 650 millimeter
  • Materiaal: rood koper, gietbrons, glas, ijzer
Koelwaterreservoir
  • Herkomst: het koelwaterreservoir is afkomstig uit de stokerij Servais te Malmédy en werd in 1981 aangekocht door de stad Hasselt.
  • Functie: opslag van het koelwater
  • Type: vlotter systeem met een natuurlijke circulatie van warm en koud water,
  • Beschrijving: koperen rechthoekige bak met aansluiting op de distillatiekolom en de alambiek. Het systeem werkt met een vlotter en een natuurlijke circulatie van warm en koud water. Het water dient voor de afkoeling van de alcoholhoudende dampen tijdens de continue en discontinue distillatie.
  • Constructeur: onbekend
  • Bouwjaar: vermoedelijk 1880
  • Capaciteit: inhoud: 2000 liter
  • Afmetingen:
    • hoogte: 1480 millimeter
    • breedte: 1600 millimeter
    • diepte: 1510 millimeter
  • Materiaal: rood koper, ijzer

  • Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DL002465, Stookinstallatie jeneverstokerij (S.N., 2005).
  • COOLEN L. 1975: Scenario voor een stokerij, A + 17, 71-83.
  • LINTERS A. 1973: De jeneverstokerij Theunissen te Hasselt, Centrum voor Industriële Archeologie - Mededelingen I.1, 6-8.
  • LINTERS A. 1974: De jeneverstokerij Theunissen te Hasselt. - Een onderzoek naar de mogelijkheid en de wenselijkheid tot bescherming van een industrieel-archeologische site, in eigen beheer, s.l.
  • VANDEBROEK P. 1974: Over het ontstaan van de jeneverstokerij Theunissen te Hasselt, Tamera Stichting vzw - Mededelingsblad 1.1, 9-12.
  • VANDEBROEK P. 1975: De stokerij Theunissen te Hasselt, Limburg, Tijdschrift voor Geschiedenis, Oudheidkunde en Volkskunde LIV.1, 28-33.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2014: Jeneverstokerij Stellingwerff-Theunissen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/178920 (geraadpleegd op ).


Stokerij Theunissen ()

De stokerij werd waarschijnlijk opgericht door J.A.S. Bamps. Deze kocht in 1803 van vrederechter Hussen een op deze plaats gelegen hoeve, en installeerde hierin voor 1807 een brandewijnstokerij. Boerderij en stokerij werden in dat jaar verkocht aan Leo Vaesen die ze tot zijn dood (1822) uitbaatte. Via zijn zuster Maria Catharina (erfenis), gehuwd met Guillaume Stellingwerff, kwam het complex in handen van laatstgenoemde familie, die in 1880 een verkoop sloot met de stokers Jozef Theunissen en Godfried Van Russelt. Tot in 1938 werd het bedrijf uitgebaat door de familie Theunissen, in samenwerking met verschillende associés.

De laatste graanalcohol werd er omstreeks 1940 gestookt, doch tot in het midden der jaren 1960 werd er op beperkte schaal likeuren geproduceerd. De opbouw van het complex gaat in essentie terug op het grondplan der vroegere gesloten hoeve, en wijkt weinig af van de vorm die voorkomt op het Franse kadaster en op het primitief kadasterplan van 1844. Ook andere aspecten verwijzen naar deze oorsprong: vooral de aanwezigheid van vakwerkbouw in de achtergevel van het woonhuis, en ook de gepende houten gebinten boven woonhuis en stokerij. De lichte wijzigingen aan het grondplan en het huidige aspect van het woonhuis kwamen circa 1850-1860 tot stand.

Het geheel is geschikt rondom een binnenkoer (deels gekasseid en met treurwilg).

Ten noorden hiervan bevinden zich het woonhuis, de toegangspoort en een schuur, van links naar rechts palend aan de Wittenonnenstraat. Het geheel telt twaalf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen) met twee dakkapellen. Bakstenen gebouw op een hardstenen plint. Door baksteenpilasters afgezoomd middenrisaliet, bekroond met een driehoekig fronton met oculus. Rechthoekige muuropeningen, de vensters voorzien van hardstenen lateien en lekdrempels. Drie deuren, en een poort in het risaliet. Zijgevels met aandaken en vlechtingen.

Voor de schuur kan men zich de vraag stellen in hoeverre deze oorspronkelijk in deze vormgeving ("camouflage-architectuur" ?) gedacht werd, of betreft het hier een verbouwing van een vroeger woonhuis: sporen van schouwen in het interieur lijken op dit laatste te wijzen.

Ten oosten van de binnenkoer, grenzend aan de thans overwelfde Demer, bevindt zich de jeneverstokerij. Deze bezit een sober-functionele gevel van twee en een halve bouwlaag, onder zadeldak (Vlaamse pannen). Alhoewel de technische installatie uitgebroken is, laten muur- en vloersporen, evenals vroegere bevestigingspunten toe de binnenindeling te reconstrueren (o.m. de plaats van gemetste kolven). De vloer tussen de begane grond en de tweede bouwlaag is samengesteld uit bakstenen troggewelfjes tussen overhoeks geplaatste houten balkjes; laatstgenoemde rusten op zware moerbalken. De begane grond (stookruimte) werd midden 19de eeuw (?) in lengterichting in twee verdeeld: in de muurpartij zitten de vroegere houten ondersteuningskolommen der moerbalken verwerkt, en deze binnenmuur is voorzien van de typische industriële boogramen met ijzeren roedeverdeling. Het aan de Demer grenzende oostelijk gedeelte is verhoogd en onderkelderd (tonnenkelder); in de noordoostelijke hoek bevindt zich nog de basis van de vroegere (monocylinder?) stoommachine. De zolderverdieping van de stokerij is door een houten tussenvloer in een dubbele graanzolder (en mouterij ?) verdeeld. In het zuidwesten aangebouwd aan de stokerij bevindt zich de mouteest, gekenmerkt door zijn afgeknotte piramidevorm: een eestvloer met metalen roosterwerk; op de begane grond was hieronder vroeger de stoomketel ondergebracht (Lancaster-type?).

Aansluitend aan deze, en eveneens ten zuiden van de binnenkoer bevinden zich de vroegere ossenstallen (één bouwlaag onder zadeldak; binnenin zware moerbalken voor zoldervloer), begin 20ste eeuw omgevormd tot spoelruimte (maar met behoud van interieur, onder meer arduinen troggen). De ronde fabrieksschouw (thans tot op nokhoogte gesloopt) was naast de eest, doorheen het dak der stallingen ingebouwd; tegen de voorgevel van de stallingen werd begin 20ste eeuw eveneens een metalen spoelbak aangebouwd. Ten zuidwesten van de binnenkoer bevonden zich de paardenstallen en remise (later duiventil).

Langsheen deze bereikte men een tweede binnenkoer, ten westen van de eerste en deels achter de schuur gelegen: de toegang is thans versperd door uit betonplaten opgetrokken garages. De gebouwen aan laatstgenoemde binnenkoer herbergden vanaf het einde van de 19de eeuw een likeurfabriekje (versnijden van alcohol en toevoegen van smaken).

Sedert begin 1975 had het complex sterk te lijden onder allerhande vandalisme, en van de weersinvloeden. Dakpannen, balken en dergelijke werden ontvreemd, opzettelijke vernielingen aangebracht (onder meer de ruiten), en tweemaal werd een brandstichting geconstateerd. Als gevolg van deze toestand stortte het grootste deel der stallingen in, en werden sommige delen van het houtwerk sterk door vocht aangetast.

  • COOLEN L. 1975: Scenario voor een stokerij, A + 17, 71-83.
  • LINTERS A. 1973: De jeneverstokerij Theunissen te Hasselt, Centrum voor Industriële Archeologie - Mededelingen I.1, 6-8.
  • LINTERS A. 1974: De jeneverstokerij Theunissen te Hasselt. - Een onderzoek naar de mogelijkheid en de wenselijkheid tot bescherming van een industrieel-archeologische site, in eigen beheer, s.l.
  • VANDEBROEK P. 1974: Over het ontstaan van de jeneverstokerij Theunissen te Hasselt, Tamera Stichting vzw - Mededelingsblad 1.1, 9-12.
  • VANDEBROEK P. 1975: De stokerij Theunissen te Hasselt, Limburg, Tijdschrift voor Geschiedenis, Oudheidkunde en Volkskunde LIV.1, 28-33.

Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n1 (A-Ha), Brussel - Gent.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 1981: Jeneverstokerij Stellingwerff-Theunissen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/22111 (geraadpleegd op ).