De kerk is een stichting van de abdij van Herkenrode, van circa 1220. Van deze eerste, romaanse kerk blijft alleen het onderste gedeelte van de toren over; het bovengedeelte dateert van 1512 (datering boven het uurwerk), en is opgetrokken in gotische stijl. Circa 1770 werd de toenmalige kerk door een classicistische vervangen (huidig schip); de transeptarmen en het koor, in neoclassicistische stijl, dateren van de vergroting van de kerk in 1911.
De huidige kerk is een pseudo-basiliek met volgende plattegrond: vierkante westtoren, aan de zuidzijde geflankeerd door een portaal (tweede helft 18de eeuw), een driebeukig schip van zes traveeën met een transept in de zesde travee en een koor van twee rechte traveeën met halfronde sluiting, geflankeerd door twee kapellen, waarvan de noordelijke de vroegere sacristie; recente sacristie ten noorden.
Vierkante westtoren met massieve onderbouw van ijzerzandsteen; twee lage steunberen tegen de voorgevel; het onderste gedeelte is voorzien van licht uitspringende, verticale banden; de twee bovenste geledingen zijn gotisch: baksteenbouw met mergelstenen banden, hoekbanden en lijsten; mergelstenen, geprofileerde spitsboogvormige galmgaten, twee op elke zijde, voorzien van gotisch traceerwerk; de zuidgevel heeft voorts twee mergelstenen oculi met een zonnewijzer en een uurwerk; ingesnoerde naaldspits (leien). Sporen van de vroegere (steilere) dakhelling tegen de oostgevel.
Bakstenen schip onder gebogen zadeldak (leien) op een ijzerzandstenen plint; mergelstenen hoekbanden; getoogde vensters met een kalk- en mergelstenen omlijsting, een mergelstenen band verbindt de onderdorpels. Transept en koor van baksteen, met kalkstenen rondboogvensters.
Volledig bepleisterd interieur; middenbeuk en zijbeuken zijn gescheiden door Toscaanse zuilenrijen op achtkantige sokkel, die de architraven dragen; overwelving van middenbeuk, transeptarmen en koor door middel van tongewelven, voorzien van in stuc aangeduide gordelbogen; de zijbeuken hebben een vlakke zoldering met casementversiering, kruisgewelf boven de kruising, en halve koepel boven de apsis.
Mobilair: Twee schilderijen (Ecce Homo en Onze-Lieve-Vrouw), houten panelen (18de eeuw), in de zijaltaren.
Mooie, gotische Calvarie (begin 14de eeuw); beeld van Sint-Barbara (17de eeuw). Preekstoel, biechtstoel en doksaal, Lodewijk XV-stijl; twee relikwiekasten, afkomstig uit de abdij van Herkenrode.
Enkele 18de-eeuwse grafstenen (tegen zuidtransept en de zuidelijke zijbeuk).
DE DIJN C.G., Monumentenroutes 1975 (Kunst en Oudheden), Hasselt, 1975 p. 11.
S.N., Kermt, Monografische schets, s.l., 1965, p. 16.
TIMMERS J.J.M., De Kunst van het Maasland, Assen, 1971, p. 158.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n1 (A-Ha), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)