Gelegen tegenover de Kapel van Spalbeek, semi-gesloten hoeve uit de 18de eeuw, met gebouwen opgetrokken in stijl- en regelwerk met lichtblauw gekalkte lemen vullingen op gepikte bakstenen stoel, gegroepeerd rondom het rechthoekig erf; moestuin ten noordwesten, varkensweide ten noordoosten, en boomgaard ten zuidoosten ten opzichte van het erf.

Alleenstaand woonhuis (nok loodrecht op de straat) van zes traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen). Zeven gepikte stijlen en twee gepikte regels.

Zuidoostelijke voorgevel begroeid met wijnranken; oorspronkelijk vijf beluikte kruiskozijnen met diefijzers, vervangen door rechthoekige vensters in de eerste vier traveeën; rechthoekige deur met getralied bolkozijn als bovenlicht. Noordoostelijke achtergevel met rechthoekig kozijn per travee.

Zuidwestelijke zijpuntgevel aan straatzijde met pannen beschieting, kreeg tijdens de 19de eeuw rechthoekige deur als toegang tot de herberg ondergebracht in de "kamer". Zuidoostelijke zijpuntgevel in baksteenbouw tot op de hoogte der ankerbalk. Bakoven binnenshuis in de twee laatste traveeën.

Ten zuidoosten van het erf, stalling, gedateerd 1784 (dakpannen); zeven traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen), acht gepikte stijlen, en vijf rechthoekige staldeuren. Ten zuidwesten, dwarsschuur van zes traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen); zeven gepikte stijlen en hoekstijlschoren; rechthoekige schuurpoort in de derde travee; tegen de noordoostelijke zijpuntgevel, wagenhuis onder lessenaarsdak (Vlaamse pannen); zuidwestelijke zijpuntgevel met pannen beschieting.

Ten zuidwesten, haaks aansluitend op de dwarsschuur, varkensstal van zes traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen); vijf rechthoekige deurtjes.