Voormalig augustinessenklooster "Vrededaal", ontstaan uit een 13de-eeuws gasthuis voor de opvang van reizigers, zieken en bedevaarders ter verering van een middeleeuwse relikwie van Christustranen tot het einde van de 17de eeuw, nadien Mariaoord. Na de watersnood van 1552 onderkomen voor de zusters van Heindonk en na de plundering door de geuzen (1590), begin 17de eeuw toegewezen aan het Klein Seminarie van Mechelen; aangeslagen tijdens de Franse Revolutie en sindsdien achtereenvolgens gebruikt als gendarmerie, magazijn, catechese- en vergaderlokaal. Oude kloostergebouwen, in 1930 aan de straat vergroot met een parochiezaal (nok parallel aan straat) die in 1977-1979 dienst deed als noodkerk; vernieuwd in 1986.

Voormalige, meermaals aangepaste kloostervleugel onder mank zadeldak (nok loodrecht op straat, Vlaamse pannen), volgens literatuur slechts opklimmend tot 1766, vermoedelijk een interpretatie van de jaarankers "1716" (?) in de gecementeerde, grotendeels ingebouwde zuidelijke zijpuntgevel; mogelijk verwijst dit jaartal naar één van de vele aanpassingen (zie bouwnaden, verschillende vensters en verhoudingen in westgevel). Verankerde, traditionele bak- en zandsteenbouw met steigergaten, muurvlechtingen en geprofileerde zandstenen rondboogdeurtjes. Oostgevel van vijf traveeën en één bouwlaag met betraliede, vernieuwde kruiskozijnen met dubbele ontlastingsbogen. Westgevel van zes traveeën en twee bouwlagen met kwarthol geprofileerde en bepleisterde daklijst; rechthoekige vensters in deels bewaarde zandstenen omlijstingen, benedenvensters van rechter travee met dubbele ontlastingsbogen. Rondboogdeur met diamantkopsleutel en -imposten.

Ten noorden zogenaamde "Rozenkransweg" van 1952 door beeldhouwer H. De Cuyper opgesteld in een parkje, als herinnering aan de plaats waar de Mariadevotie te Kalfort ontstond. Vijftien beeldengroepen met voorstelling van de blijde, droeve en glorierijke mysteries.