De langgestrekte vakwerkhoeve met schuur-stal-woonhuis ordonnantie dateert uit 1925 maar heeft mogelijk een oudere kern. In 1948 werd volume verlegd met een bakstenen travee langs de straatzijde.
In de Atlas van de Buurtwegen (1840-1845) is reeds een klein rechthoekig volume ingetekend op de plaats van de huidige langgestrekte hoeve. Een mutatieschets van 1925 registreert op deze plaats een langwerpiger volume, dat overeenkomt met het vakwerkgedeelte van de huidige hoeve. Op hetzelfde moment wordt een bakhuis ten zuid(west)en van de hoeve opgetekend. Vervolgens wordt de langwerpige constructie ten laatste in 1948 verlengd langs de rechter zijgevel, wat kan geassocieerd worden met de huidige bakstenen travee langs de straatzijde. Tegelijkertijd worden ten (zuid)oosten van de hoeve nog twee kleine constructies gedocumenteerd, die kunnen geïdentificeerd worden met de huidige aanhorigheden in grijze -vermoedelijk betonnen- bouwblokken en baksteen. Op het huidige kadasterplan staat op de plaats van het bakhuis een iets grotere rechthoekige constructie afgebeeld, die kan geassocieerd worden met een bakstenen aanhorigheid ten zuid(west)en van de hoeve. Verder is een aanbouwsel tegen de linker zijgevel van de hoeve zichtbaar, wat kan geïdentificeerd worden met het bestaande aanbouwsel onder lessenaarsdak.
De langgestrekte hoeve onder zadeldak met mechanische pannen is iets achteruit en dwars ten opzichte van de straat gelegen. De hoeve telde oorspronkelijk (ten laatste in 1925) zes traveeën, bestaande uit stijl- en regelwerk met witgekalkte lemen vullingen op een hoge, gepikte, bakstenen stoel. De laatste bakstenen travee langs de straatzijde dateert van ten laatste 1948 en telt twee vensteropeningen en een nis in de zijgevel. De voorgevel wordt onderverdeeld door elf gepikte stijlen, een wandplaatschoor in de tweede travee en een hoekstijlschoor in de zesde travee. De muuropeningen bestonden aanvankelijk uit één venster, twee zolderluiken en vier deuren, waarvan de deur in de zesde travee recentelijk omgevormd werd tot een venster. De achtergevel heeft een verhoogde bakstenen stoel en telt vier kleine vensters. Tegen de versteende linker zijgevel bevindt zich een recent, onbelangrijk aanbouwsel uit betonplaten onder golfplaten lessenaarsdak.
Ten (zuid)oosten van de langgestrekte hoeve bevinden zich twee kleine constructies in grijze -vermoedelijk betonnen- bouwblokken en baksteen. Deze dateren waarschijnlijk van ten laatste 1948 en hebben geen erfgoedwaarde. Op de plaats van het bakhuis ten zuidwesten van de hoeve, bevindt zich thans een bakstenen aanhorigheid onder zadeldak (golfplaten), waarin nog enkele sporen van het voormalige bakhuis (schoorsteen) zichtbaar zijn. Links van dit gebouwtje ligt een waterput.
De oorspronkelijke schuur-stal-woonhuis ordonnantie van de hoeve is grotendeels bewaard gebleven. Het stalgedeelte werd echter gecompartimenteerd om plaats te bieden aan een badkamer en de oorspronkelijke indeling van het woonhuis werd aangepast. In het schuurgedeelte werd tegen het leemwerk in de voorgevel onderaan een bakstenen muurtje gemetseld ter versteviging.
De waterput en restanten van het voormalige bakhuis op het voorerf, de hoogstamfruitbomen in de tuin en de beukenhaag rondom het perceel bepalen mee het landelijk karakter van de langgestrekte vakwerkhoeve. Het langwerpige perceel waarop de langgestrekte hoeve en recentere bijgebouwen met waterput gelegen zijn, wordt langs drie zijden omringd door een beukenhaag. Links van de hoeve staat een perenboom en ook de diepe achtertuin, die gelegen is in agrarisch gebied, telt verschillende hoogstamfruitbomen. Langs de linkerkant, de achterzijde en de overkant van het perceel wordt de hoeve omringd door laagstamfruitplantages in agrarisch gebied.
Bron: Beschermingsdossier DL002546, Herk-de-Stad Vakwerkhoeven (digitaal dossier)
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2008: Langgestrekte vakwerkhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/159539 (geraadpleegd op ).
Hoeve, naar verluidt gebouwd in 1923, met ordonnantie: stal-schuur-woonhuis. Oorspronkelijk zes, thans zeven traveeën onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, mechanische pannen).
Stijl- en regelwerk met witgekalkte lemen vullingen op een hoge, gepikte, bakstenen stoel. De laatste, bakstenen travee is recent (1947). Gepikte stijlen (elf), wandplaatschoor in de tweede travee en hoekstijlschoor in de zesde travee. Een venster, twee zolderluiken en vier deuren. Verhoogde bakstenen stoel in de achtergevel. Begroend aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen de linker zijgevel.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 1981: Langgestrekte vakwerkhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/22407 (geraadpleegd op ).