Het langgestrekte hoevetje uit 1918 heeft de structurele elementen en indeling van de vakwerkbouw behouden. Vóór de hoeve op het erf ligt de waterput.
Historiek
Het langgestrekte hoevetje wordt voor de eerste maal kadastraal geregistreerd in 1918. Tegen 1961 vindt een perceelswijziging plaats, maar ondergaat het hoevetje zelf geen veranderingen. Op de oude toestand van de mutatieschets in 1991 wordt een verlenging van het hoevetje langs de rechter zijgevel opgetekend. Deze verlenging kan geïdentificeerd worden met een recent aanbouwsel onder lessenaarsdak (duivenkot). Dit aanbouwsel zou bijgevolg van ergens tussen 1961 en 1991 dateren. Het hoevetje wordt onveranderd weergegeven op het huidige kadasterplan.
Beschrijving
Het langgestrekte hoevetje met woonhuis-stal ordonnantie bevindt zich parallel met het doodlopend einde van de Popelierestraat. Achter de hoeve is een waterput gelegen in de voormalige moestuin. De vakwerkconstructie omvat vijf traveeën onder een zadeldak met Vlaamse pannen. Het stijl- en regelwerk is opgevuld met blauwgekalkte lemen vullingen op een zeer lage bakstenen stoel en gepikte plint. De voorgevel is gedeeltelijk met wijnranken begroeid en telt negen gepikte stijlen en een hoekstijlschoor in de eerste travee. De muuropeningen zijn oorspronkelijk en bestaan van links naar rechts uit twee vensters, die gedeeltelijk overdekt worden door een plastic luifel, en twee deuren waarvan de meest rechtse een staldeur is. De achtergevel omvat zeven stijlen en een hoekstijlschoor in de eerste en vierde travee. De muuropeningen bestaan van links naar rechts uit een bolkozijn en een venster. De kopgevels van beide zijgevels zijn bekleed met asbestplaten. Tegen de zijgevels bevinden zich links en rechts onbelangrijke recente aanbouwsels onder lessenaarsdaken (onder andere een duivenkot), waarvan het linkse nog kleine haakse constructies onder lessenaarsdaken heeft tegen de voor- en achtergevel (onder andere een latrine). Tenslotte staat ook langs de zuid-westzijde van het voorerf in het verlengde van de aanbouwsels tegen de linker zijgevel nog een bijgebouw onder een golfplaten lessenaarsdak.
Interieur
De oorspronkelijke woonhuis-stal indeling bleef bewaard. Het woonhuis heeft nog een traditionele indeling met twee grote naast elkaar gelegen kamers gescheiden door een centrale haard aan de zuidzijde en enkele kleinere kamers aan de noordzijde. De stal bevindt zich rechts van het woongedeelte en is toegankelijk via een aparte staldeur in de voorgevel.
Omgeving
De omgeving van het langgestrekt vakwerkhoevetje heeft haar landelijk karakter bewaard met een moestuin en restanten van een boomgaard. Het hoevetje is in agrarisch gebied gelegen aan het doodlopend uiteinde van de Popelierestraat. Achter de hoeve bevindt zich een waterput -bestaande uit een betonnen bovenbouw- in de voormalige moestuin. Deze is momenteel verwilderd en wordt begrensd door verwilderde struiken waaronder haagbeuk. Onmiddellijk rechts van de hoeve liggen de restanten van een boomgaardje en een mispelaar. In de omgeving van de hoeve bevinden zich verder onder meer kerstbomen, weilanden, laagstamfruitplantages en akkerland in agrarisch gebied.
SCHLUSMANS F. 1981: Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur. Deel 6n 2. Provincie Limburg. Arrondissement Hasselt, Gent, 522.
Bron: Beschermingsdossier DL002546, Herk-de-Stad Vakwerkhoeven (digitaal dossier) Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Langgestrekte vakwerkhoeve met waterput [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/22426 (geraadpleegd op ).