De hoeve is een historisch gegroeid complex, waarvan het hoofdvolume (schuur-woonhuis) in vakwerk dateert uit de eerste helft van de 19de eeuw.
Historiek
Het hoofdvolume (schuur-woonhuis) van de vakwerkhoeve wordt reeds weergegeven in de Atlas van de Buurtwegen (1840-1844). Het gebouw is sindsdien een beetje verlengd, en kreeg ten laatste in 1932 een klein aanbouwsel tegen de linker zijgevel, evenals twee kleine, vrijstaande bijgebouwen ten noorden (varkensstal) en ten zuidwesten (bakhuis) van het voorerf.
Beschrijving
De hoeve met losse bestanddelen is gelegen rondom een voorerf en bestaande uit een hoofdvolume met (recentere stal)-schuur-woonhuis ordonnantie, een vrijstaande varkensstal (rechts) en een bakhuis (links).
Het hoofdvolume onder zadeldak met Vlaamse pannen omvat vier traveeën in behouden stijl- en regelwerk, met lemen vullingen aan de erfzijde en in het zichtbare deel van de rechter zijgevel. De voorgevel (erfzijde) is volledig wit beschilderd boven een gepikte plint. De muuropeningen worden van rechts naar links gevormd door twee beluikte vensters, een zolderluik, een woonhuisdeur en een grote schuurpoort. In de rechter zijgevel is het houtwerk gepikt en zijn enkel de lemen vullingen wit geschilderd. De top van beide zijgevels draagt een asbestplaten beschieting. Het onderste deel van de linker zijgevel is onzichtbaar door een onbelangrijke, aangebouwde bakstenen stal (in 20ste-eeuws metselwerk) onder golfplaten lessenaarsdak. De achtergevel heeft bakstenen vullingen en telt drie kleine venstertjes.
De varkensstal is een volledig versteende constructie onder grotendeels ingestort zadeldak met Vlaamse pannen. Het volume is aan erfzijde rechts voorzien van een kleine overwoekerde uitbouw onder doorlopend dakschild (latrine). De erfzijdegevel omvat twee rechthoekige staldeurtjes. De achtergevel (zijde van oprit) is grotendeels overwoekerd.
Het bakhuis is een overwoekerde en vervallen baksteenconstructie (versteend ?) met intern de sporen van twee stookplaatsen. Langs de erfzijde bevindt zich nog een waterpomp.
Interieur
De oorspronkelijke schuur-woonhuis ordonnantie van het hoofdvolume bleef bewaard. De langs de linkerkant gelegen schuur heeft een vlonder en een open verbinding met de zolder van het ganse volume. Het ankerbalkgebinte is duidelijk waarneembaar evenals de authentieke houten dakconstructie, waarop de telmerken nog aanwezig zijn. Het aan de rechterkant gelegen woonhuis heeft de traditionele indeling behouden, bestaande uit twee grote kamers met centrale haard langs de erfzijde en enkele kleinere vertrekken langs de achterzijde. Het linkse grote vertrek (woonkamer), waarop de woonhuisdeur uitgeeft, heeft een decoratieve cementtegelvloer, die in de late 19de/vroege 20ste eeuw werd aangelegd.
Omgeving
De vakwerkhoeve met losstaande bestanddelen geschikt rond een opgehoogd voorerf, is gelegen in woongebied met landelijk karakter. Rechts van de hoeve loopt een gekasseide – deels overspoelde – oprit die langs de rechterzijde op de perceelsgrens onder meer afgelijnd wordt door meidoornhaag, notelaar, hazelaar en berk. Links van de hoeve bevindt zich een meidoornhaag over bijna de volledige lengte van de perceelsgrens. De wijdere omgeving van de hoeve bestaat ten noord(west)en en ten (zuid)oosten uit akkers, weilanden en een waterweg, gelegen in agrarisch gebied, en ten (zuid)westen uit lintbebouwing, gelegen in woongebied met landelijk karakter.
SCHLUSMANS F. 1981: Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur. Deel 6n 2. Provincie Limburg. Arrondissement Hasselt, Gent, 532.
Bron: Beschermingsdossier DL002546, Herk-de-Stad Vakwerkhoeven (digitaal dossier) Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vakwerkhoeve met losse bestanddelen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/22449 (geraadpleegd op ).