Historiek
De oorspronkelijke kerk dateert uit de 15de eeuw. De toren is het enige overblijfsel van deze bouwfase. De kerk werd grondig herbouwd in 1709-1710. De toren bleef hierbij behouden, evenals het koor. In 1784 werd de kerk vergroot naar het oosten toe en werd de zaalkerk omgebouwd tot een driebeukige kerk.
In het begin van 1938 begon men de oude kerk te slopen na de brand van 1937. De afbraak zou als fundering voor de nieuwe kerk benut worden. Alleen de gotische toren werd gespaard. Bijna gerestaureerd ging de torenspits in de vlammen op in juli 1957.
Beschrijving
De vierkante, bakstenen toren heeft drie geledingen gescheiden door natuurstenen waterlijsten op een ijzerzandstenen plint. Er zijn ijzerzandstenen hoekbanden in de eerste geleding en een geprofileerd natuurstenen spitsboogportaal (19de eeuw). De massieve tweede geleding heeft een smalle, ijzerzandstenen lichtgleuf in elke zijde. De bovenste geleding is op elke zijde voorzien van twee gekoppelde spitsboogvormige galmgaten in een verdiept, spitsboogvormig muurvlak (baksteen). In de oostgevel bleef het verloop bewaard van de dakhellingen van twee middenbeuken: de onderste van de oorspronkelijke kerk, de bovenste van een verhoging. Er is een spitsboogvormige scheiboog op dezelfde zijde. Het dak is verdwenen.
De omgeving van de kerktoren werd ingericht als begraafplaats.
Bron: Onroerend Erfgoed Limburg, DL000105, Sint-Jan-de-Doperkerk: oude toren met bijgebouwen, historische nota
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2015: Parochiekerk Sint-Jan de Doper - toren en bijgebouwen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/170302 (geraadpleegd op ).
De voormalige parochiekerk werd na een brand in 1937 afgebroken, alleen de gotische toren bleef bewaard. Vierkante, bakstenen toren van drie geledingen gescheiden door natuurstenen waterlijsten op een ijzerzandstenen plint. IJzerzandstenen hoekbanden in de eerste geleding en geprofileerd natuurstenen spitsboogportaal (19de eeuw); massieve tweede geleding met een smalle, ijzerzandstenen lichtgleuf in elke zijde; de bovenste geleding is op elke zijde voorzien van twee gekoppelde spitsboogvormige galmgaten in een verdiept, spitsboogvormig muurvlak (baksteen). In de oostgevel bleef het verloop bewaard van de dakhellingen van twee middenbeuken: de onderste van de oorspronkelijke kerk, de bovenste van een verhoging; spitsboogvormige scheiboog op dezelfde zijde. Het dak is verdwenen.
Het geheel verkeert in een ruïneuze toestand.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 1981: Parochiekerk Sint-Jan de Doper - toren en bijgebouwen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/22469 (geraadpleegd op ).