Neoclassicistische zaalkerk van 1849. Ommuurd aan de zuid- en westzijde, met een ijzeren hekje voor de ingang.
Plattegrond: ingebouwde westtoren, éénbeukig schip van vier traveeën en koor van twee rechte traveeën met driezijdige sluiting, geflankeerd door sacristieen. Bakstenen gebouw onder zadeldak (leien); toren met ingesnoerde naaldspits. Westgevel op een kalkstenen plint; verdiept kalkstenen rondboogportaal met kalkstenen tussendorpel, geprofileerde booglijst en doorlopende imposten, het geheel gevat in een naar boven toe inspringend risaliet; geprofileerde kalkstenen oculus boven de deur. De toren is voorzien van verdiepte rondboogvormige galmgaten met kalkstenen sluit- en aanzetstenen. Vensters van koor en schip als de galmgaten, doch met metalen roedeverdeling.
Volledig bepleisterd intereur; gedrukte kruisribgewelven, voorzien van gewelfsleutels, op versierde kraagstenen; rondboogvormige scheiboog tussen koor en schip.
Mobilair: Houten Sint-Bavobeeld (circa 1700); processiemadonna (eerste helft 19de eeuw). Neoclassicistisch eiken meubilair: hoofdaltaar, twee zijaltaren, preekstoel, biechtstoel en doksaal met orgel.
GEUKENS D., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Limburg, Kanton Beringen, Brussel, 1977, pagina 21
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)