Voor het eerst vermeld in 1154 bij de schenking van het allodium door de graven Lodewijk van Loon en Godinus van Duras aan de abdij van Averbode; in 1436 als laathof vermeld; in 1636 wordt het goed met een gracht versterkt; tot 1797 in bezit der norbertijnen, daarna in privébezit; vanaf 1849 "Het goed van Bovy" genaamd naar J. Bovy, gouverneur van Limburg (1872-1879), die er zich vestigde.
Hoeve met losstaande bestanddelen, uit de 18de eeuw, gelegen op een omgracht perceel in een boomrijke omgeving. Ten zuiden, woonhuis en stal; het woonhuis bestaat uit een hooghuis van drie traveeën en twee bouwlagen, en een lager gedeelte van drie traveeën; stal van vier traveeën. Het hooghuis is opgetrokken in overkalkt stijl- en regelwerk met lemen en bakstenen vullingen op een hoge bakstenen stoel; zadeldak (Vlaamse en mechanische pannen). Door volledige bepleistering der gevels en aanpassing der muuropeningen kreeg het geheel in de eerste helft van de 19de eeuw een neoclassicistisch uitzicht: door een kordonlijst horizontaal gelede lijstgevel met houten kroonlijst op klossen. Rechthoekige houten kozijnen (grote roedeverdeling), beluikt op de eerste bouwlaag. Zijgevels met aandak en topstuk; de rechter zijgeveltop is voorzien van een klein bolkozijn. Rechthoekige, houten deur, voorafgegaan door een trap, in de zuidgevel. Recent bakstenen aanbouwsel onder platdak tegen dezelfde gevel.
Woonhuis en stal in stijl- en regelwerk met witgekalkte bakstenen vullingen; het stalgedeelte is grotendeels versteend. Afgewolfd zadeldak (Vlaamse pannen). Gepikte stijlen (acht) en vier gepikte regels in het woonhuisgedeelte. Twee vensters, twee deuren met bovenlicht en drie zolderluiken in het woonhuis; aangepaste muuropeningen in de stal. Pannen beschieting der rechter zijgevel; bakstenen aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen dezelfde gevel.
Ten westen, stallen en karrenhuis (?), uit de 19de eeuw; zes traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen); wit overkalkt stijl- en regelwerk met lemen vullingen op een lage bakstenen stoel. Twee kleine vensters, twee zolderluiken, vier deuren, waarvan twee gekoppeld, en een poort in de zesde travee.
Ten noorden, ruime, 17de-eeuwse (?) dwarsschuur van zes traveeën onder laag reikend wolfsdak (Vlaamse pannen). Witgekalkt stijl- en regelwerk met lemen vullingen op een zeer lage bakstenen stoel. Hoge poort waarvan de latei op gebogen schoren rust; lagere poort met een zolderluik in de uiterst rechtse travee. Vergroting naar voren toe der linker travee. Bakstenen vullingen in de linker zijgevel. Aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen de rechter zijgevel.
Aan de westzijde van het erf, ten zuiden van de stallen, bakhuis van twee traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen); leembouw. Ernaast, bergplaats van twee traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen), eveneens in leembouw; bakstenen aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen de linker gevel. Waterput voor het hooghuis.
Heemkundige Kring Zolder, Bolderberg, "De Bolderbergse Winning", "Het Goed van Bovy", s.l., s.d.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)