Watermolen op de Laembeek, wat afgelegen ten opzichte van de straat, in een boomrijke omgeving.

Ten zuiden, woonhuis en stal (?) van vijf traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen), gedateerd 1870 op de schoorsteen. Stijlen regelwerk met witgekalkte lemen vullingen op een verhoogde bakstenen stoel en gepikte plint; de laatste twee traveeën zijn versteend. Gepikte stijlen (negen), hoekstijlschoor (eerste travee) en tussenstijlschoor in de derde travee tegen de vierde ankerbalk. Kleine enkelbeluikte vensters en twee deuren. Lage bakstenen stoel en twaalf gepikte stijlen op de zuidgevel; zes beluikte vensters. Recent aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen de rechter zijgevel.

Ten noorden, stal en molenhuis van vier en twee traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen), met verspringende nokhoogte; kern uit de tweede helft van de 18de eeuw; witgekalkt bakstenen gebouw op een gepikte plint; in het molenhuis bleef onder de dakrand een muurpand in leembouw bewaard; rechthoekige deur in een vlakke kalkstenen omlijsting, rechthoekige deur onder houten latei en aangepaste poort. Linker zijgevel met aandak, vlechtingen en schouderstukken.

Interessant gaande buitenwerk, doch zwaar door roest aangetast en vervallen. Toevoer en kom verslibt. IJzeren onderslag- of laag middenslagrad: licht hydrodynamisch gebogen schoepen (gerekte S) tussen gesloten plaatijzeren velg; spaken opgebouwd uit twee geknikte I-balken en twee geknikte platijzers, welke op gietijzeren afgeronde octogonale balk bevestigd zijn, en de molenboom omspannen; constructie grotendeels geklonken. Houten molenboom, verstevigd met ijzeren banden, en draaiend op tap.

In het interieur is waarschijnlijk (achter beschot) enkel het verticaal groot-kamwiel (gietijzer met houten kammen) bewaard.