De molen van ’t Kamp is een bewaarde molenromp die teruggaat op een korenmolen, gebouwd in 1846, van het type stenen bovenkruier, bergmolen (beltmolen).

In 1837 vroeg Jan Willems uit Leuven aan de gemeente Beverlo de toestemming om op de heide in Leopoldsburg, ten westen van het nieuwe militair kamp, een brouwerij, een dampstokerij (voor graanjenever) en een molen te mogen oprichten. De man had grootse plannen en speculeerde op het grote aantal soldaten dat zou gekazerneerd worden. Uiteindelijk werd wel de brouwerij gebouwd, maar de graanstokerij en molen lieten op zich wachten. In 1844 verkocht hij 26 ha grond aan aannemer Pieter Jan Bemindt-Annemans uit Brussel. Deze vroeg de toelating om een viervoudig complex op te richten, bestaande uit een boerderij, een brouwerij, een jeneverstokerij en een windmolen. De molen werd in 1846 gebouwd als een stenen bergmolen op de hoogste heuvel (48 meter hoog) van het gebied. Gemeentelijke verslagen uit 1852 vermelden dat deze bergmolen ooit een jaaromzet van 400 ton graan haalde. Zijn afnemers waren vooral de militairen.

De economische bedrijvigheid hield stand tot in 1935, toen werden de wieken verwijderd en werden de molen en de molenaarswoning gebruikt als stapelruimte. In de jaren 1960 werd de molen omgebouwd tot een café met dancing en dit tot in 1988. Op basis van foto’s uit die periode is te zien dat toen de belt afgegraven is. In 2002 begon de toenmalige eigenaar de molenromp eigenhandig te herstellen waarbij deze werd bepleisterd en nieuwe ramen kreeg. De plannen om een nieuwe belt rond de molen aan te brengen werden niet gerealiseerd. In 2013 werd de romp opnieuw verkocht waarop de molenromp werd gerenoveerd en opnieuw ingericht werd tot woning.

Van de windmolen rest een conische molenromp met steigergaten zonder kap (platte bedaking). De molenromp, gevat in een houten staketsel, is bepleisterd. Ter hoogte van de afgegraven belt vertoont de romp bloot metselwerk. De molen is toegankelijk via de vroegere invaart (doorgang) op de begane grond, met rondboogpoort, thans verbouwd tot een inkompartij van de ingerichte woning. De invaart is aan de andere zijde door middel van een tussenbouw onder plat dak verbonden met het nabijgelegen enkelhuisje onder pannen zadeldak (molenaarswoning?). De molenromp heeft rondboogvormige deuren en vensters, de vensters hebben natuurstenen lekdrempels en zijn op een verticale lijn geplaatst. Van het draaiend werk (maalinrichting) bleef niets bewaard.