Gaaf bewaarde, langgestrekte hoeve, naar verluidt van 1889, met ordonnantie: schuur-stal-woonhuis; afgelegen ten opzichte van de straat en met een weg ermee verbonden; gave omgeving, met bosrand aan de overkant van de weg, twee eiken ten zuiden van de hoeve, beuken ten westen.
Zeven traveeën onder mank wolfsdak (Vlaamse en mechanische pannen). Stijl- en regelwerk met witgekalkte lemen vullingen op een zeer lage, bakstenen stoel en gepikte plint. Dertien gepikte stijlen. Twee beluikte vensters, een woonhuisdeur met bovenlicht, een lage stalpoort en een schuurpoort, waarboven de gewelfde dakrand, typisch voor een strodak, bewaard bleef. Aangebouwde travee onder lessenaarsdak tegen de linker zijgevel.
Ten noorden, dienstgebouw in leembouw onder zadeldak (Vlaamse pannen), en klein houten varkenshok onder schilddakje. Ten oosten, bakhuis van twee traveeën onder zadeldak (mechanische pannen); aangebouwde travee onder lessenaarsdak tegen de noordgevel. Waterput naast het bakhuis.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)