Overblijfselen maken deel uit van een vervallen hoeve met U-vormige plattegrond, thans volledig in gebruik als varkensstal. Bereikbaar langs een verhoogde weg, zogenaamd de Dreefstraat.

Van het kasteelcomplex met U-vormige aanleg, in 1644 door Anna van Voordt verbouwd en vergroot, rest alleen nog de eerste bouwlaag met zestig centimeter dikke muren van een mogelijk romaans donjon of poortgebouw, opgetrokken uit ijzerzandsteen, op vierkante plattegrond, ten noorden van het erf. Overige delen van het kasteel afgebroken in 1871.

In de noordwest-gerichte buitengevel (thans zijpuntgevel van de dwarsschuur) boven de eerste bouwlaag, drie spleetvormige schietgaten; in de merkwaardige noordoost-gevel (lange gevel dwarsschuur) hooggeplaatst romaans korfboogvenster in ijzerzandstenen omlijsting, en dito rondboogdeur in omlijsting met negblokken; links ervan, kleine rondboognis van ijzerzandsteen. Aan de erfzijde, in het verlengde van de zuidwestgevel, smalle gleuf voor de ketting der verdwenen ophaalbrug. In de zuidoostgevel (binnenzijde dwarsschuur), brede muuropening (plaats van de vroegere deur) met links en rechts, vlak onder de zoldering, twee vierkante uitsparingen voor het plaatsen van balkkoppen.

Binnen in de noordwand, sporen van een open haard met gedichte, mijtervormige nis links. In de noordoost- en zuidwestwand, geprofileerde ijzerzandstenen consoles voor de hoofdbalken van het gebint.