Langgestrekte hoeve, uit de 19de eeuw, gelegen in een gaaf bewaarde omgeving, met eikebomen achter het gebouw. Ordonnantie: woonhuis-stal-dwarsschuurstal. Zeven traveeën onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen). Versteende vakwerkbouw (enkele resterende ankerbalken), met gebruik van veldkeien voor de muurbanden. Het woonhuis werd in de loop van de 20ste eeuw licht verhoogd. Aangepaste muuropeningen in het woonhuis. Twee stalpoortjes onder gebogen houten latei, en een rechthoekige schuurpoort onder houten latei. Waterput voor de schuur.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)