Gebouwd in 1787-1794 naar ontwerp van Jan De Staercke van Nederbrakel, op het domein van het vroegere Wilhelmieten- of Sterherenklooster, en noordzuid georiënteerd. Zeldzaam voorbeeld van late ancien-régime-kerkbouw in classicistische stijl, opgetrokken uit bakstenen en afbraakmateriaal van de vermelde kloosterkerk (Naamse kalksteen en Rupelmondse steen).

De plattegrond vertoont een portaal met noordtoren, een driebeukig schip van vier traveeën en een koor van één travee met halfronde apsis. Portiek met gekoppelde gecanneleerde zuilen op sokkel, entablement met trigliefen en metopen en zwaar driehoekig fronton op klossen; hoge rondboogpoort in een geblokte omlijsting; bekronende toren met hoge galmgaten opgenomen in een rechthoekige vensteromlijsting met oren en druiplijst tussen flankerende hoekpilasters die het hoofdgestel met siervazen dragen; korte vierkante bovenbouw met uurwerken en smalle naaldspits. Cantonnerende, blinde gevels met natuurstenen parement voor de zijbeuken. Oost- en westgevels van baksteen op natuurstenen plint geritmeerd door lisenen afwisselend met rondboogvensters in stenen omlijstingen op lekdrempels.

Interieur

Hallenkerk geritmeerd door rondboogarcaden op composietzuilen met octogonale sokkel; middenbeuk overkluisd met ingedrukte koepelgewelven tussen gordelbogen opgevangen door consoles; Boheemse kappen van de zijbeuken opgevangen door composietpilasters tegen de oost- en westwanden. Halve koepel op zware ribben in het koor. Kleine halve koepels met trompe-l'œil en grisaillebeschildering.

Mobilair

Triptiek ("Het Laatste Avondmaal"; "Christus in de Hof van Olijven"; "Intrede in Jerusalem") in het koor en "Visioen van Sint-Catherina" aan het hoofdaltaar, van B. Van Maldegem; "Marteldood van de Heilige Blasius" en "Onze-Lieve-Vrouw met Kind Jesus", aan de zijaltaren van J. Meganck (19de eeuw). Kruisweg van J. Meganck (19de eeuw).

Meubilair uit eind de 18de eeuw: eiken preek- en biechtstoelen. Oud tabernakel van de vroegere Sterherenkerk. Grafstenen uit de 17de eeuw, tweede helft van de 18de eeuw, voornamelijk van begijnen ingewerkt in vloer van het kerkportaal. Gedeeltelijk bewaarde kerkmuur aan zuidzijde, met zandstenen segmentboognissen bekroond met druiplijst en kruis, steunend op kraagstenen waartussen kleinere segmentboognissen voorkomen.