Gesloten hoeve afhankelijk van de voormalige abdij Nonnen-Mielen, daterend uit de 18de- en 19de eeuw; gelegen op de Schorrebosberg, wat achteruit ten opzichte van de straat, te midden van de velden; door een oprit is de hoeve met de straat verbonden; links van deze oprit, de boomgaard; belangrijk element in het landschap. De grotendeels bakstenen gebouwen zijn gegroepeerd rondom een rechthoekig, gekasseid erf.
Ten noordwesten, rechthoekige, houten inrijpoort met links, voetgangersdoorgang onder zadeldak (kunstleien en mechanische pannen).
De noordelijke hoek van het erf en de noordoostzijde worden ingenomen door het woonhuisgedeelte, uit de 19de eeuw; een datering in de dakpannen boven de zuidwestgevel is thans vrijwel onleesbaar. Het noordwestelijk gedeelte wordt gevormd door een herenhuis van het dubbelhuistype, vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok evenwijdig aan straat, kunstleien), dat aan de rechter zijde voorzien is van een rechthoekig haaks gedeelte van drie bouwlagen onder schild dak (kunstleien), met een driezijdig, torenachtig uitbouwsel onder piramidale bedaking (kunstleien) met gesmeed ijzeren windvaan.
Noordwestzijde: witgekalkt bakstenen gebouw op een lage, kalkstenen plint; getoogde en rechthoekige vensters, met kordon vormende lekdrempels op het torengedeelte. Noordoostelijke zijgevel met aandak en vlechtingen. Het noordoostelijk woongedeelte telt veertien traveeën en één bouwlaag onder afgewolfd zadeldak (mechanische en Vlaamse pannen); bakstenen gebouw met gedeeltelijk witgekalkte zuidwestgevel, voorzien van getoogde, bakstenen muuropeningen. Volledig witgekalkte noordoostgevel op een gepikte plint; getoogde muuropeningen.
Ten zuidwesten, stallingen van elf traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen); bakstenen gebouw met rechthoekige zolderluiken en deuren (de houten lateien zijn op sommige plaatsen door beton vervangen) en kleine, rondboogvormige venstertjes. De noordwestelijke zijgevel heeft een pannen beschieting en een recente poort. Naast de inrijpoort bevindt zich een stalgedeelte van vier traveeën, met dezelfde kenmerken. Ten zuidoosten, dwarsschuur van vijf traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen); stijl- en regelwerk met bakstenen vullingen op een gecementeerde plint; blank houten timmer; rechthoekig houten schuurpoortje in beide gevels. Ten oosten, open wagenhuis onder zadeldak.
PAQUAY J.,De hoeven der kerkelijke instellingen in Limburg , in Verzamelde Opstellen, 4, 1928, p. 133.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)