is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Watermolen Grevensmolen en omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Watermolen Grevensmolen
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Watermolen Grevensmolen
Deze vaststelling was geldig van tot
Voormalige watermolen op de Molenbeek, afhankelijk van de Sint-Trudo-abdij.
Langgestrekt gebouw met kern uit de eerste helft van de 17de eeuw, thans omringd door recente dienstgebouwen; het erf is bereikbaar via een oprit ten noordoosten, die doorheen de boomgaarden loopt; ten zuidwesten stroomt de Molenbeek.
Het oorspronkelijke gebouw telt negen traveeën en twee bouwlagen onder steil zadeldak (nok loodrecht op straat, kunstleien, leien en bitumen). Bakstenen gebouw met voorgevel op gecementeerde plint, en voorts belijnd door een kalkstenen en twee mergelstenen banden; gesmeed ijzeren muurankers; kalkstenen gevelsteen met wapenschild, jaartal 1644 en leus OMNIA SUAVITER van abt Hubrecht van Sutendael. Laadvenster boven de zevende travee. De benedenvensters zijn voormalige kruiskozijnen, waarvan de kalkstenen omlijsting met geprofileerde posten en negblokken bewaard bleef; een gelijkaardig kloosterkozijn en rechthoekig venster; de bovenvensters zijn gewijzigd. Aangepaste deur in een vlakke, kalkstenen omlijsting. De achtergevel heeft gesmeed ijzeren muurankers en twee mergelstenen banden; gevelvoorsprong van twee travee onder schilddak in de derde travee. Kleine, rechthoekige vensters met diefijzers in een mergelstenen omlijsting met negblokken en een ontlastingsboog van een rollaag, of een rollaag en een platte laag. In de tweede travee een korfboogdeur in een rechthoekige verankerde omlijsting van kalksteen met negblokken en afgeschuinde neg. Erboven een gevelsteen met wapenschild en datering 1642. Zijgevels met aandak, vlechtingen en schouderstukken. In de zuidwestelijke zijgevel datering 1725 aangegeven door middel van muurankers. Hoge kalkstenen plint en banden van kalk- en mergelsteen; kleine, mergelstenen rondboognis met schelpmotief, geflankeerd door voluten, in de geveltop. Rechthoekige kalkstenen venstertjes met negblokken en geprofileerde sponning; ontlastingsboog van een rollaag en een platte laag, bij de benedenvensters met natuurstenen sluit- en aanzetstenen.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De Grevensmolen lag in de 18de eeuw in de vallei van de Molenbeek die ingericht was als grasland. De beek zelf werd begeleid door een bomenrij en rondom de vallei lagen de uitgestrekte akkers van Sint-Truiden. Op de Atlas der Buurtwegen passeerde bij de molen een voetweg die parallel liep met de Molenbeek en verbinding maakte met de overige dorpen in de vallei. De molen zelf was toegankelijk via een oprit aan de hoofdweg, de latere Grevensmolenweg. Vanaf het einde van de 19de eeuw verschenen meer boomgaarden in de vallei van de Molenbeek, ook rondom de molen.
Vandaag is de molen bereikbaar via een oprit ten noordoosten die doorheen de boomgaarden loopt. Ten zuidwesten van de watermolen stroomt de Molenbeek, een aftakking van de Melsterbeek. Ten zuiden en zuidwesten van de beek liggen percelen weiland.