Hoekhuis in classicistische stijl; breedhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder afgewolfd zadeldak (kunstleien) met afgewolfde dakkapel, uit eind 18de eeuw, doch oudere kern, onder meer aangegeven door de ordonnantie van de zijgevel. Bakstenen gebouw, voorzien van een met kalkstenen hoekbanden afgezette lijstgevel. De stijlen der vensters zijn verbonden door verticale, kalkstenen banden; licht uitspringende, horizontale banden. Rechthoekige kalkstenen vensters met riemprofiel. Gewijzigde begane grond. Zijgevel voorzien van gesmeed ijzeren muurankers en enkele kleine, rechthoekige vensters in een kalkstenen omlijsting met negblokken en sponningbeloop, voorheen beluikt; ontlastingsboog van een rollaag en een platte laag; aangepaste benedenvensters.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)