erfgoedobject

Begijnhofkerk Sint-Agnes

bouwkundig element
ID
23020
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/23020

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Begijnhof: begijnhofkerk Sint-Agnes
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Begijnhofkerk Sint-Agnes
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Begijnhof
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd monument Begijnhof
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als unesco werelderfgoed kernzone Begijnhof van Sint-Truiden
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

De begijnhofkerk, opgericht kort na de stichting van het begijnhof in 1265, werd begin 14de eeuw uitgebreid en in de 15de eeuw nogmaals vergroot.

Historiek

Met de bouw van de kerk werd begonnen kort na de stichting van het begijnhof in 1265. De oudste gedeelten (westgevel en eerste vier traveeën van het schip) dateren uit de tweede helft van de 13de eeuw en zijn voorzien van laatromaanse en vroeggotische elementen.

In de tweede bouwfase, begin 14de eeuw, werd het koor gebouwd.

Uit de laatste bouwfase, in de 15de eeuw, dateren de laatste vier koortraveeën en de scheibogen tussen de zuid- en middenbeuk van de eerste vier traveeën. In dezelfde periode werd het dak verhoogd en het houten tongewelf aangebracht.

Een eerste restauratie van het gebouw vond plaats van 1934 tot 1945. Sinds 1975 vonden grondige herstellingswerken plaats onder leiding van architect P. Van Mechelen.

Beschrijving

De plattegrond beschrijft een driebeukig schip van acht traveeën, waarvan de laatste vier (koorzijde) inspringen ten aanzien van de eerste (schip). Het koor van twee traveeën met vijfzijdige sluiting rondt het geheel af. Steunberen met twee versnijdingen stutten alle onderdelen. De opstand is pseudo-basilicaal en naargelang de fase werden verschillende bouwmaterialen gebruikt, bovendien zijn de eerste vier traveeën van het schip hoger en hebben ze bredere zijbeuken.

De westgevel is voor het grootste gedeelte opgetrokken uit kwartsiet van Overlaar, mergel werd aangewend voor de partijen op dakhoogte, alsook voor bepaalde architecturale details en de centrale geveltop is afgewerkt in baksteen met vlechtingen. De gevel rust op een plint met mergelstenen afzaat en wordt gestut door haaks geplaatste steunberen met versnijdingen naargelang de gevelhoogte die de drieledige gevelstructuur accentueren. Het centrale gedeelte, met gedeeltelijk door hogels geaccentueerde topgevel, omvat een rondboogportaal in een geprofileerde, mergelstenen omlijsting met negblokken, bekroond door twee spitsboogramen in superpositie. De zijbeuken omvatten elk één spitsboograam. Alle spitsbogen hebben een mergelstenen maaswerktracering. Over de gevel loopt een waterlijst in Gobertangesteen, die doorloopt over het voorste gedeelte van de laterale gevels.

Het eerste gedeelte van het schip (westen) is opgetrokken in bepleisterde tufsteen, op een plint van kwartsiet. Verspreid over het gevelvlak zijn eenvoudige spitsboogvensters aangebracht.

Het tweede gedeelte van het schip (oosten) is opgetrokken in baksteen, opnieuw op een kwartsietplint en mergelsteen werd aangewend voor de steunberen en de waterlijst. Deze waterlijst is hier hoger te situeren dan het Gobertange-exemplaar in het voorste gedeelte.

In de zuidgevel van het schip bevindt zich een rondboogdeurtje met mergelstenen negblokken en afgeschuinde neg. In de noordgevel bevindt zich een gelijkaardig, kalkstenen deurtje. Naast spitsboogvensters omvatten de gevels ook twee rondboogvensters met mergelsteentracering.

Het koor is opgetrokken uit kwartsiet, met een mergelstenen gedeelte onder de dakrand. In de zuidelijke gevel is een mergelstenen rondboogportaaltje voorzien, met een 'gesculpteerde' voorstelling van het Lam Gods op het boogveld. Mergelstenen spitsboogvensters rusten op een waterlijst in Gobertangesteen.

De kerk wordt afgedekt met een indrukwekkende leien dakstructuur: middenbeuk en koor hebben zadeldaken, de zijbeuken lessenaarsdaken, de eerste koortravee wordt geaccentueerd door een klokkenruiter met ingesnoerde naaldspits.

Interieur

Het interieur van de kerk is gedeeltelijk bepleisterd. Tufsteen werd aangewend voor de muren van de zijbeuken, de binnenzijde van de westgevel, alsook voor de noordelijke scheibogenarcade. Baksteen werd aangewend voor de zuidelijke scheibogenarcade en al het overige is uitgevoerd in mergel. De spitsboogvormige scheibogen rusten op pijlers met imposten en een geprofileerde, spitsboogvormige triomfboog scheidt schip van koor. De koorwanden zijn voorzien van spitsboogvormige lisenen op halfzuilen.

De middenbeuk is bekroond met een beschilderd houten, tongewelf, de zijbeuken met vlakke houten zolderingen. Overal op de muren bleven belangrijke schilderingen bewaard uit de 13de, 14de, 15de en 16de eeuw.

Her en der verspreid getuigen daarnaast fraaie grafstenen uit verschillende periodes van een levendige geschiedenis.


Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DL002393, Sint-Truiden: Bescherming Begijnhof.
Auteurs: Gyselinck, Jozef; Defresne, Serge
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Begijnhof

  • Omvat
    Muurschilderingen begijnhofkerk


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Begijnhofkerk Sint-Agnes [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/23020 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.