Breedhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), op een gevelsteen boven de deur gedateerd "W 1734", met een oudere kern, zichtbaar in de resten der houtbouw in de achtergevel.
In 1997 werd dit breedhuis gerestaureerd.
Door middel van smeedijzeren muurankers verankerde baksteenbouw op een gecementeerde plint.
De voorgevel heeft een tweeledige structuur waarbij de eerste bouwlaag een deur in een vlakke kalkstenen omlijsting omvat. Deze deur wordt door middel van een kalkstenen latei gescheiden van een bovenlicht en een bekronende gevelsteen dateert een verbouwing omstreeks 1734. Links van de deur zijn twee bolkozijnen te situeren, rechts één, telkens in een kalkstenen omlijsting met duimen. De tweede bouwlaag omvat een houten kozijn en twee dito bolkozijnen.
De achtergevel vertoont duidelijke sporen van een oorspronkelijke vakwerkbouw in het linkergedeelte van het parement. Rechts op de verdieping bleef een gedicht houten bolkozijn bewaard. Het parement, overigens ook verankerd, omvat verder een eenvoudige deur en een houten kozijntje, een elegant dakvenster bekroont het rechtergedeelte van de gevel.
De zijgevels hebben aandaken en vlechtingen. De volledig vrije rechtse zijgevel omvat een viertal kleine venstertjes onder houten latei.
Intern vertoont het huis een tweeledige structuur, met een centrale gang, links en rechts geflankeerd door een grote ruimte. De linkse kamer loopt over de gehele diepte van het huis, de rechtse tot aan de traphal, die dwars op de hal langsheen de achtergevel loopt. Enkel het rechtse gedeelte van het huis is voorzien van een kelder.
Qua interieurafwerking kunnen worden geciteerd: een traphal met sober versierde houten trapkast en met sierpleisterwerk afgewerkte schoorstenen in alle vertrekken. De schoorsteen linksonder heeft een vrij laag en breed schouwgedeelte, dat nog beschikt over oorspronkelijk bepleisterde schouwwangen (met lijstwerk), schouwbalk (kroonlijstvorm) en boezem (met pilasters, afgeschuinde hoeken en kroonlijst). De schoorsteen linksboven heeft een vrij hoog schouwgedeelte met afgeschuinde hoeken, een bepleisterde schouwbalk (kroonlijstvorm) en boezem (met afgeschuinde hoeken en paneelwerk). De schoorsteen rechtsboven beschikt nog over een originele bepleisterde boezem met ovaal lijstwerk. De zolderingen in het linkse gedeelte van het huis zijn gespelderd (troggewelfjes tussen kinderbalken).
- Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DL002393, Sint-Truiden: Bescherming Begijnhof, (S. DEFRESNE & J. GYSELINCK 2005).
- SCHLUSMANS F. met medewerking van Gyselinck J., Linters A., Wissels R., Buyle M. & De Graeve M.-Ch. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6N2 (He-Z), Brussel - Gent.