Neoclassicistische zaalkerk, uit midden 19de eeuw, met omgevend kerkhof. Eénbeukig schip van vier traveeën met ingebouwde westtoren, en koor van één rechte travee met driezijdige sluiting. Baksteenbouw met afwerking van hardsteen.
Westgevel gemarkeerd door een middenrisaliet waarin het rondboogportaal, geflankeerd door met natuurstenen hoekbanden afgelijnde muurpenanten en afgewerkt met doorlopende, geprofileerde imposten van hardsteen en een dito booglijst; erboven een rondboogvenster in een hardstenen omlijsting; rondboogvormige galmgaten met een doorgetrokken druiplijst; hardstenen voluten aan de basis van de toren; ingesnoerde naaldspits met leien. Schip en koor voorzien van geprofileerde, hardstenen rondboogvensters; zadeldak (leien).
Bepleisterd interieur; het schip is afgedekt door middel van een vlakke zoldering, het koor door middel van een kruisribgewelf.
GEUKENS D., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Limburg, Kanton Sint-Truiden, Brussel, 1977, p. 26.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)