Het Wit Kasteel Landgoed, eertijds achterleen van Heers; eerste verheffers de familie Van Hinnisdael (1396), door huwelijk achtereenvolgens overgegaan op de Heusch van Zangereye (1604), de Moffart (vierde kwart 17de eeuw) en de Brouckmans (eerste kwart 18de eeuw).
Kasteel met kasteelhoeve, gelegen in een ruim park met vijvers, door een brede beukendreef met de Naamsesteenweg verbonden. Belangwekkend en gevarieerd volumespel in open landschap met beboomde achtergrond ten noordoosten.
Oorspronkelijk 17de-eeuws gebouw in Maasstijl, verbouwd in classicistische stijl tijdens het vierde kwart van de 18de eeuw; alleen het westelijk hoevecomplex en de zuidoostelijke hoektoren behielden hun vroeger uitzicht. U-vormig complex rondom het staatsieplein, afgezoomd door ijzeren hek.
Ten zuidoosten, kasteel van negen traveeën en twee bouwlagen onder wolvedak (leien) met centrale, lantaarnvormige dakruiter. Witgekalkte baksteenbouw op gepikte plint met verwerking van kalksteen voor de omlijstingen. IJzeren muurankers, onder meer S-vormige (erfzijde). Noordwest-gerichte voorgevel met markant, centraal, driehoekig fronton waarin ronde wijzerplaat. Rechthoekige vensteromlijstingen onder geprofileerde druiplijst; rechthoekige deuromlijsting op neuten en bordes; zwaar geprofileerd entablement, zware houten kroonlijst. Gelijkvormige achtergevel, uitziende op park en vijvers. Verlaagde zijgevels met oorspronkelijke, rechthoekige venstertjes met negblokken (onder meer gedichte) uit de 17de eeuw.
Oude, vierkante zuidoostelijke hoektoren tegen de westelijke zijgevel aangebouwd; drie bouwlagen onder fraaie torenspits (leien); na een schuine aanzet, verticale romp met tentdakvormige bekroning onder peerspits. S-vormige muurankers. Lichtgleuven op de eerste, kloosterkozijnen met zware negblokken op de tweede bouwlaag, en rechthoekige venstertjes met negblokken op de hoogste verdieping. Steigergaten, sommige gedicht.
In het noordoosten, haaks op het kasteel: conciërgewoning, van vier traveeën en twee bouwlagen onder wolvedak (leien), uit midden 19de eeuw. Witgekalkte baksteenbouw op gepikte plint met verwerking van kalksteen, onder meer voor de hoeksteunen. Eerste bouwlaag geritmeerd door rondboogarcade op brede penanten met stenen imposten. Rondboogvensters en -deur in de spaarvelden. Rechthoekige bovenvensters met kalkstenen lekdrempel. Zware houten kroonlijst.
Ertegenover, koetshuis, eveneens haaks op het kasteel: één travee en twee bouwlagen onder schilddak (Vlaamse pannen en leien). Witgekalkte baksteenbouw op gepikte plint. Rechthoekig venster met kalkstenen onderdorpel boven de rondboogpoort tussen brede, door imposten belijnde penanten.
Hoeve uit de tweede helft van de 17de eeuw, ten noorden en ten noordwesten van het staatsieplein. Deels in witgekalkt stijl- en regelwerk met bakstenen vullingen, deels in baksteenbouw, op gepikte plint.
Ten noordwesten, poortgebouw onder zadeldak met verlaagde zijpuntgevels; door zandweg met de Truilingenstraat verbonden. Rondbooginrijpoort met negblokken van kalksteen.
Ten noordoosten, boerenhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit de tweede helft van de 17de eeuw. Stijl- en regelwerk met bakstenen vullingen op gepikte bakstenen plint. Bakstenen voorgevel met rechthoekige venster- en deuromlijstingen van kalksteen (tweede helft 18de eeuw). Bakstenen stalconstructie onder lessenaarsdak (Vlaamse pannen), met rechthoekige deuren onder houten latei tegen de oostelijke zijpuntgevel.
Twee identieke dwarsschuren uit de tweede helft van de 17de eeuw, ten noorden (tegen de westelijke zijpuntgevel van het woonhuis) en ten zuiden (bij het poortgebouw). Stijl- en regelwerk met bakstenen vakvullingen op bakstenen plint met kalkstenen hoekbanden. L-vormige varkensstallen tussen de zuidelijk gelegen schuur en poortgebouw. Stallen ten zuidwesten van het staatsieplein, tussen poortgebouw en wagenhuis. Eén bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen), tweede helft 17de eeuw.
Baksteenbouw met verwerking van kalksteen voor venster- en deuromlijstingen. Twee rechthoekige venstertjes met negblokken naast de eerste links gelegen deur en voorts smalle asemgaten afgewerkt met hoekbanden; drie rechthoekige zoldervensters met negblokken. Vier verankerde rondboogdeuren met zware hoek- en negblokken. Zijpuntgevel met muurvlechtingen tussen stal en poortgebouw.
DE DIJN C.G., Monumentenroutes 1975, in Kunst en Oudheden in Limburg, Hasselt, 1975, p. 17.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)