is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Bogaardenklooster
Deze vaststelling is geldig sinds
Voormalig bogaardenklooster, thans Sint-Aloysiusinstituut. Het klooster werd gesticht in 1425, en de bogaardenorde verbleef er tot de Franse bezetting; daarna kwam het klooster in bezit van de familie de Pitteurs; van 1901 tot 1905 was het een kartuizerklooster.
Oorspronkelijk omgracht geheel met U-vormige aanleg; een deel van de gracht bleef behouden; het pand is door een beek van de straat afgesloten; op de plaats van het huidige voetbalterrein bevond zich vroeger de vijver; de omgeving is nog steeds boomrijk; aan de overkant van de straat bevindt zich de kloosterhoeve.
Complex grondplan, met vleugels uit verschillende perioden (van 17de tot 20ste eeuw), grotendeels aansluitend bij elkaar, met enkele losstaande bestanddelen.
De huidige inrit loopt langsheen een klein paviljoen uit de periode der kartuizers (begin 20ste eeuw) en de in 1961 opgerichte gebouwen. Haaks aansluitend, ten noorden van laatst genoemd deel, een classicistische vleugel van veertien traveeën en drie bouwlagen (derde bouwlaag van 1963) onder zadeldak (nok evenwijdig aan straat, kunstleien), in kern daterend uit de tweede helft van de 18de eeuw. Gecementeerd en beschilderd bakstenen gebouw, met een kalkstenen hoekband, links; getoogde, kalkstenen vensters in een vlakke omlijsting met sluitsteen, afgewerkt met een korte druiplijst; de onderdorpel is eveneens van een smalle druiplijst voorzien; recente, storende vensters op de bovenverdieping (1963). De elfde travee is gemarkeerd door een risaliet, afgelijnd met geblokte, kalkstenen hoekbanden; op de tweede bouwlaag een venster van het hoger beschreven type, doch met geblokte omlijsting; fraaie Lodewijk XV-deur, spiegelboogvormig, in een geprofileerde, kalkstenen omlijsting met zwaar, kwarthol beloop, afgelijnd met een geblokte band en voorzien van neuten, geprofileerde imposten, met rankwerk versierde sluitsteen en zware druiplijst; waaier met schelpmotief in het bovenlicht. Kalkstenen rondboogpoort in de vierde travee, ingeschreven in een rechthoekige omlijsting met gesculpteerde sluitsteen, imposten en druiplijst; neuten, posten en zwikken zijn versierd met ingediepte panelen; bovenlicht opgevat als half radvenster. Sobere achtergevel, voorzien van getoogde, kalkstenen vensters in een vlakke omlijsting met licht uitspringende sluitsteen.
De tweede vleugel sluit ten noorden haaks aan op de eerste, en strekt zich uit in oostelijke richting; vijftien traveeën en twee bouwlagen (met één bouwlaag verhoogd) onder zadeldak (kunstleien); classicistische gevelordonnantie uit de tweede helft van de 18de eeuw. Bakstenen gebouw met gecementeerde en beschilderde gevels op een kalkstenen plint; kalkstenen hoekbanden. Getoogde vensters in een geblokte kalkstenen omlijsting met hanenkam en gegroefde sluitsteen; smalle druiplijst aan de onderdorpels. De zesde travee, de deurtravee, wordt gemarkeerd door een risaliet, afgelijnd met kalkstenen hoekbanden. Geblokte, kalkstenen steekboogdeur, geflankeerd door geprofileerde posten, bekroond met voluten, die een korte druiplijst dragen; in het vlak tussen de sluitsteen (met druiplijst) en de druiplijst bevindt zich een medaillon. De achtergevel is voorzien van getoogde vensters in een vlakke omlijsting, doch gaat grotendeels achter recente aanbouwsels schuil.
Aan de oostzijde van deze vleugel strekt zich in zuidelijke richting de oudste vleugel uit, met kern uit de 17de eeuw, doch aangepast in de tweede helft van 18de en de 19de eeuw. Tien traveeën en twee bouwlagen onder steil zadeldak (kunstleien). Witgekalkt bakstenen gebouw op een gecementeerde plint; gesmeed ijzeren muurankers. De oostgevel is voorzien van ingekaste, hoge rondboogvensters (19de-eeuwse kapel), een getoogd hardstenen venster met trapezoïdale sluitsteen met korte druiplijst (tweede helft 18de eeuw), rechthoekige, grotendeels gedichte vensters (19de eeuw) onder houten lateien op de bovenverdieping. Gedichte, ingekaste deur in een geblokte, kalkstenen omlijsting (beschilderd), met kalkstenen tussendorpel. De westgevel heeft gelijkaardige rondboogvensters op de benedenverdieping, doch getoogde vensters in een gecementeerde(?) omlijsting met sluitsteen op de bovenverdieping. Recente aanbouwsels tegen de gevel. De zuidelijke zijgevel is voorzien van een aandak met vlechtingen, topstuk en schouderstukken; rechthoekig, natuurstenen venster (voormalig bolkozijn) met afgeschuinde neg in het midden der geveltop, onder twee getoogde venstertjes; gedicht steekboogvenster (tweede helft 18de eeuw) in een beschilderde hardstenen omlijsting met sluitsteen met korte druiplijst. Het huidig uitzicht is het resultaat van verschillende aanpassingen. Tussen beide vleugels bevindt zich een recent gedeelte van 1954.
Vleugel met de eind-19de-eeuwse dienstgebouwen, schuur en stallen, in een bak- en mergelstenen gebouw onder wolvedak (geschubde leien) met dakvensters. De zuidgevel heeft in de tweede travee een torenachtig uitbouwsel. Zandstenen rondboogvensters en een gedichte, zandstenen rondboogpoort. De noordgevel is voorzien van een aanbouwsel onder lessenaarsdak; hoge, rechthoekige schuurpoort onder metalen I-balk.
Alleenstaand, grotendeels verbouwd gebouwtje uit dezelfde periode en in dezelfde stijl opgetrokken als laatst genoemde.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Park van het Bogaardenklooster
Is deel van
Zepperen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bogaardenklooster [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/23153 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.