Classicistisch breedhuis van het dubbelhuistype, opgetrokken in baksteen, vier traveeën breed en twee bouwlagen hoog onder een onder vernieuwd zadeldak met zwarte pannen. Een gedeelte van de linkerzijgevel is zichtbaar en toont een aandak en vlechtingen.

De voorgevel is gecementeerd met voegsuggestie en lichtgrijs geschilderd. De eerste bouwlaag omvat een getoogde deur in de tweede travee van rechts, gevat in een vlakke kalkstenen omlijsting op neuten en voorzien van een sluitsteen, waarin een hart is ingekrast, met de datering "AO/1767"; deuropeningen en bovenlicht worden van elkaar gescheiden door een accoladevormige tussendorpel. De overige traveeën, ook deze in de tweede bouwlaag, omvatten getoogde vensters, opnieuw in een vlakke kalkstenen omlijsting met sluitsteen. De twee gelijkvloerse vensters links werden verbonden tot één groot rechthoekig venster onder een overspannende latei, waarbij het oorspronkelijke opstaande lijstwerk links en rechts, alsook de bovendorpels met sluitsteen bewaard bleven. Het schrijnwerk van de ramen op de verdieping werd vervangen door onaangepast modern materiaal.

Het baksteenparament van de achtergevel bleef zichtbaar, schijnbaar met sporen van een oude rode pleisterlaag. De traveestructuur van de eerste bouwlaag, die door allerhande koterij aan het zicht wordt onttrokken, vormt het spiegelbeeld van de eerste bouwlaag aan de straatzijde, met een deur in de tweede travee van links en vensters in de ene travee links, alsook in de twee traveeën rechts daarvan; de deur is eenvoudig rechthoekig, de vensters zijn getoogd en gevat in een vlakke kalkstenen omlijsting met geprononceerde sluitsteen. De tweede bouwlaag omvat vensters in drie van de vier traveeën (het tweede van links is blind); de muuropeningen zijn hier opnieuw getoogd, maar zijn gevat in gecementeerde, schijnbaar houten kozijnen. Muurankers zijn zichtbaar tussen de eerste en tweede, alsook tussen de tweede en derde travee van rechts.

Oude verslagen spreken van een bijzonder 18de-eeuws interieur. Er zouden vier ruimtes zijn met schouwen met sierstucwerk in een 18de-eeuwse vormentaal.

Classicistisch breedhuis van het dubbelhuistype, vier traveeën en twee bouwlagen onder gebogen zadeldak (Vlaamse pannen). Ingekrast bouwopschrift in hartmotief A O/ 1767, in de sluitsteen der deur.

Bakstenen gebouw met gecementeerde voorgevel. Vlak omlijste, kalkstenen steekboogvensters met licht uitspringende sluitsteen, de twee linkse vensters der eerste bouwlaag zijn thans omgevormd tot een rechthoekig venster. Gelijkaardige deur met ongewoon zware, accoladevormige kalkstenen tussendorpel. Muurvlechtingen zichtbaar in de linker zijgevel. Vernieuwde gootlijst.