Neogotische pastorie van 1901 (zie gevelankers). Vrijstaand dubbelhuis in ommuurde tuin met ijzeren toegangshek tussen arduinen postamenten met driepasmotief; aanleunend volume rechts onder lessenaarsdak. Rode baksteenbouw van twee bouwlagen op arduinen plint en onder pannen zadeldak met een houten dakkapel. Gevel afgelijnd met tandfries en geritmeerd door Brugse travee, in meer uitgewerkte tuitgevel links met Marianisje en verschillende sierankers. Korfboogdeur met rechthoekig betralied bovenlicht in spitsboognis. Vernieuwd houtwerk.
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C., TANSENS A. & VANNESTE P. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kanton Roeselare, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Tansens, Annick; Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)