Villa met dubbelhuisopstand van drie traveeën en twee bouwlagen onder tentdak (mechanische pannen), van 1924, mogelijk naar ontwerp van A. Vos (zie Plancke M.). Langs straatzijde omhaagde voortuin met rechts hek tussen twee pijlers; beboomde tuin. Gele baksteenbouw verfraaid met dambord van blauwe tegels en gele baksteen onder de kroonlijst en boven de deuren. Sterk symmetrische opstand bepaald door de deurtravee met puntgevel. Driezijdige bow windows met aansluitende geajoureerde balkonleuning, rechthoekige vensters met kleine roedeverdeling in de bovenlichten; schuiframen op de begane grond. Plattegrond naar het gebruikelijke dubbelhuisschema met centrale toegang, doch bijzondere ruimtewerking van de hal met trap zijgevel, en aldus ook overgang tussen de "fumoir" aan straatzijde en keuken met wasplaats aan de tuinzijde. Doorlopend salon en eetkamer in de rechter travee.
Resterende aanhorigheid van het vooroorlogs gebouw, nummer 192, opgevat als laag diephuisje, rechts van het hek; drie traveeën en één bouwlaag onder overkragend zadeldak op korbelen (mechanische pannen, nok parallel aan de straat). Puntgevel, in 1921 gecementeerd door E. Tordeur-Jacmin (plafonneur). Verankerde bouw. Op voorgevel muuropeningen met afgeschuinde bovenhoeken, dakvenster met twee spitsbogen met rechthoekige ramen.
Achter het huis, voedermagazijn naar ontwerp van Adriaan Decan van 1947, uitkomend in de Pieter De Coninckstraat.
PLANCKE M., De burgerlijke architectuur tijdens het interbellum, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, RUG, 1991, p. 144, nr. 79.
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C., TANSENS A. & VANNESTE P. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kanton Roeselare, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Tansens, Annick; Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)