Halfvrijstaand woonhuis naar ontwerp van Joseph De Bruycker van 1932. Complex van kubusvormige blokken gecombineerd met gebogen hoekvolume, tot drie bouwlagen onder platte daken. Rood bakstenen voorvolume en portiek, andere volumes van gele baksteen. Overluifelde ingang in de zijgevel. Dienstvertrekken op begane grond, woonvertrekken op bovenverdieping, onder meer trap in gebogen volume. Rechthoekige muuropeningen, bandramen in afgerond volume. Plattegrond met als essentieel vernieuwend element de trap in de afgeronde travee op de oostzijde; meer "klassiek" zijn de hal met keldertrap en vestiaire tussen bureau en woonruimten en het terras, maar waarbij duidelijk rekening gehouden wordt met de oriëntatie. In het ontwerp was tevens terreinaanleg voorzien; aan straatzijde omhaagde siertuin; beboomde tuin; achtertuin voorzien als moestuin.
Stadsarchief Roeselare, 473/1932.
FLOUQUET P.-L., L'architecture moderne en Flandre, in Bâtir, 8, 1933, p. 282.
PLANCKE M., De burgerlijke architectuur tijdens het interbellum te Roeselare, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Roeselare, 1990, p. 171, nr. 133.
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C., TANSENS A. & VANNESTE P. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kanton Roeselare, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Tansens, Annick; Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)