Woonhuis, in 1913 (zie top) naar ontwerp van Valère Duyvewaardt (Roeselare) uitgebreid met één brede travee in neorococo. In 1920 wordt de lijstgevel aangepast door Valère Duyvewaardt in neorococo. Gele baksteenbouw verfraaid met blauwe hardsteen en witte natuursteen. Rechter lijstgevel met behouden neoclassicistische geleding door middel van doorgetrokken lekdrempels, waterlijsten en kroonlijst op modillons. Bijkomende neorococoversiering voor het bestaande vensterrisaliet, nu op de bovenverdieping afgelijnd door geornamenteerde hoekpilasters onder entablement. Deurvenster in geprononceerde omlijsting met neorococomotieven, voornamelijk in de sluitsteen. Zelfde, ietwat vereenvoudigde behandeling van de andere getoogde venster- en geriemde deuromlijstingen. Uitgewerkt ijzeren hek voor het balkon op zware consoles.

Links, in- en uitzwenkende topgevel met zware geprofileerde randafwerking opgevangen door de gesuperposeerde, geblokte hoekpilasters als elementen van de neorococo-architectuur; voorts markante erker bekroond met smeedijzeren balustrade en deurvenster; belangrijk aandeel van reliëfs en sculptuur door Adolf Van Peteghem -onder meer vleermuisman en geitenkop-, dat ook tot uiting komt in de sluitstenen van de benedenvensters, respectievelijk met mannen- en vrouwenhoofd.