In oorsprong een enkelhuis met jaarsteen van 1904, waarschijnlijk naar ontwerp van architect Jules Soete, zie bouwaanvraag. In 1920 verbouwd en uitgebreid tot een dubbelhuis door H. Buytaert-Reynaert (Roeselare) met behoud van gevel en verplaatsing van deur van de rechter naar de linker travee. Verankerde rode baksteenbouw verlevendigd door gele baksteen -voor de omlijsting van nissen en trapgevels- op arduinen plint onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen). De ordonnantie van de trapgevel gaat terug op regionale baksteenarchitectuur met vermenging van laatgotische elementen als de Brugse travee en renaissance-ornamenten als de palmetten in de boogvelden. De pittoreske vermenging van rode en gele baksteen is daarentegen typisch voor de eeuwwisseling. Zelfde opvatting voor de uitbreiding met naar het getrapt dakvenster toe vernauwende Brugse travee; vrijere behandeling van de muuropeningen zoals het nu tot garage verbouwde drieledig stenen kozijn van de begane grond.
Stadsarchief Roeselare, 157/1904, 153/1920.
PLANCKE M., De burgerlijke architectuur tijdens het interbellum te Roeselare, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, RUG, 1990, p. 112, nr. 17.
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C., TANSENS A. & VANNESTE P. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kanton Roeselare, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Tansens, Annick; Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)