Op Atlas der Buurtwegen (1843) boerderij met semigesloten opstelling. Aanvraag tot verkaveling van landerijen vanaf 1894. In 1909, wordt het woonhuis verhoogd met één bouwlaag. In 1910 toevoeging van erkervenster aan noordzijde en portiek aan oostzijde (heden verdwenen) naar ontwerp van architect-decorateur L. Verlinden Poirier. In 1911, wordt bestaande noordelijke stalling verhoogd en verfraaid, en de loods van de likeurstokerij "La Mandel" opgericht. In 1929 krijgt het woonhuis een schilddak en een veranda en het magazijn zijn sheddaken.
In zijn huidige vorm toegankelijk via dreef van fruitbomen. Vrijstaand dubbelhuis van twee bouwlagen; onder leien schilddak, oorspronkelijk plat dak afgelijnd met balusters, omlopende houten kroonlijst op modillons. Rechthoekig grondplan met erkeruitbouw in noord- en westgevel en kleine rechthoekige uitbouw in zuidgevel. Voorgevel van vijf traveeën, achtergevel - in feite de oorspronkelijke voorgevel - van zeven traveeën. Gecementeerde lijstgevels met schijnvoegen, geschilderde voorgevel. Deuromlijsting met entablement waarboven een klein rechthoekig bovenlicht. Hoeken en deurtravee op bovenverdieping geaccentueerd door middel van geblokte pilasters, laatst genoemde doorlopend boven de kroonlijst in blokvormige toren met groot korfboogvenster voorzien van glas in lood, bekroond met een achthoekige belvedère. Achtergevel met rechthoekige dakkapel met gebogen fronton; oeil-de-boeuf in de zijgevel. Rechthoekige vensters met T-ramen.
Achter de villa, aan noord- en zuidzijden twee oostwest-georiënteerde stallen. Uitzwenkend zadeldak van zwarte pannen met decoratieve motieven van rode pannen, op kraagstukken, fraai uitgewerkte dakspanten, pseudo-vakwerk. Rechthoekige muuropeningen met enkele en vleugeldeuren en driedubbele deurvensters. Dubbele deuren onder uitkragend wolfsdak. Interieur afgedekt met troggewelven. Ten oosten van zuidelijke stal, duivenhok onder uitkragend zadeldak. Ten noorden van noordelijke stal garage onder een plat betonnen dak, vervolgens magazijn onder zaagtanddak, waarachter de machinekamer op vierkant grondplan van twee niveaus, elk van twee bouwlagen, waarnaast de schoorsteen.
- Stadsarchief Roeselare, 71/1909, 129/1909, 188/1910, 62/1911, 82/1911, 127/1925, 28/1929, 133/1929.
- DELBECKE J., e.a., Monumentenzorg in Roeselare, Roeselare, 1994, p. 34.
- MUYLAERT F., Het Roeselare van toen, Brugge, (1984), p. 155, nr. 235.