Pasteibakkerij in regionalistische stijl naar ontwerp van Buytaert-Reynaert van 1921. Diephuis van drie bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen). In- en uitgezwenkte top van gele sierbaksteen (vernieuwd parement) verlevendigd met witte steen. Verbouwde begane grond. Topgevel versierd met centrale fiaal met bekroning, en geometrische voluten. Op bovenverdieping, gebogen erker met drielicht onder leien halfkegelvormig dak, vierlicht op derde bouwlaag, twee gekoppelde vensters. Rechthoekige vensters, ovale oculus in de top.
Stadsarchief Roeselare, 247/1921.
PLANCKE M., De burgerlijke architectuur tijdens het interbellum te Roeselare, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, RUG, 1990, p. 125, nr. 43.
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C., TANSENS A. & VANNESTE P. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kanton Roeselare, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Tansens, Annick; Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)