is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Martinus
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Sint-Martinus
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Martinus
Deze vaststelling was geldig van tot
Prototype van de Brabantse gotiek in Oost-Vlaanderen, het stadsbeeld dominerend. Dicht bij de stadskern gelegen, tussen de Grote Markt en de Dender en tussen twee belangrijke wegen, de Brusselsestraat of Pontstraat en de Molenstraat, die de Portus met de Grote Markt verbond.
Zonder precieze gegevens over de stichting, dateert de oudste vermelding van de parochiekerk van Aalst van 1183. In de 13de eeuw, vermelding van een Onze-Lieve-Vrouwekerk, in de 14de eeuw ook toegewijd aan Sint-Martinus, mogelijk afgebrand in 1360 of verwoest in 1380. Deze romaanse of gotische kerk werd in de 15de eeuw uitgebreid met een schip of een transept en circa 1480 te klein bevonden. De bouw van de huidige kerk heeft meer dan 180 jaar in beslag genomen, dit ten gevolge van de godsdiensttroebelen en minder gunstige economische situatie van de stad vanaf de 16de eeuw. De bouw werd onvoltooid gestopt in de 17de eeuw: het schip telt slechts drie traveeën waar vermoedelijk zes traveeën en een zware westtoren waren voorzien. De ontwerper van de kerk is onbekend. Eerste vermelde bouwmeester Jan van der Wouwe. Van 1489 tot circa 1500 werken onder leiding van Herman de Waghemakere, die het koor voltooide. Van 1527 tot 1534, werken onder leiding van Laurens Keldermans. Voor de bouwgeschiedenis steunen wij op de studie van L. Robijns die de volgende bouwcampagnes onderscheidt: 1479-80, aanvang met bouw van koor en transkapellen, voltooid circa 1500. Circa 1527, aanvang bouw van transept; zuidelijke transeptarm voltooid circa 1554, portaal van noordelijke transeptarm gebouwd in 1552. Bouw van zuidelijke zijbeuk en kapellen in het derde kwart van de 16de eeuw. Stopzetting van de werken circa 1570 wegens godsdiensttroebelen. Definitieve aanbesteding ter voltooiing van de kerk in 1650: schip, noordelijke zijbeuk, -zijkapellen en -transeptarm, evenals kruisingstoren, voltooid in 1660, eveneens overkluizing van schip, transept, viering en koor. Westelijk portaal uit het tweede kwart van de 18de eeuw.
In de eerste helft van de 18de eeuw, kleine herstellingswerken, onder andere aan bedaking en oudste gedeelten van de kerk. In 1854-1867, belangrijke restauratie onder leiding van architect Joostens in de geest van neogotiek, met toevoeging van de buitengalerij en vervanging van de hoektorenbedaking van het transept door stenen kegels versierd met kruisbloemen en hogers. In 1900-1903, restauratie van het interieur onder leiding van architect J. Goethals, waarbij gewelf- en muurschilderingen te voorschijn kwamen. In 1907, bouw van een bergplaats aan noordkant, bezijden het transept. In 1947, brand met vernieling van het dak, de zuidelijke puntgevel en de gewelven van twee traveeën van de zuidelijke transeptarm; restauratie in 1947-1955, onder leiding van architect N.A. Van Malleghem.
De plattegrond ontvouwt een driebeukig schip van drie traveeën met zijkapellen, een ruim transept met westbeuk, uitspringend met twee traveeën. Koor met drie rechte traveeën, en zevenzijdige absidiale koorsluiting; kooromgang en kapellen de twee meest westelijke transkapellen zijn vijfhoekig, de andere zeshoekig; deze laatste vormen door het weglaten van de scheidingsmuren als het ware een tweede omgang. De tweede en derde zuidelijke zijkapel geven respectievelijk toegang tot de gewezen kapittelzaal en tot de huidige winterkapel, vroegere grote sacristie. Huidige sacristie (20ste eeuw) in de zuidoostelijke oksel, bergruimte (1907) in noordoostelijke oksel van transept en koor.
Opgetrokken uit zandsteen onder meer uit de groeven van Vilvoorde, Lede, Hekelgem en Meldert. Afdekking door middel van zadeldaken (leien). Voorlopige afsluiting van de westgevel in bak- en zandsteenbouw. Centrale puntgevel geflankeerd door vernieuwde pilasters, daarvoor gebogen Lodewijk XV-portaal van 1730. Schouderboogvormige deur met kwartholle geprofileerde omlijsting, ingeschreven in een rechthoek van arduin met neuten en imposten, flankerende geblokte pilasters onder een gekorniste kroonlijst. Bekronend verhoogd fronton met aftekenende klauwstukken. Lodewijk XV-zijdeuren. Boven dit portaal twee blinde spitsboogvensters. Linker en rechter puntgevels verbonden met de lichtmuren door smalle lessenaarsdaken. In deze voorlopige bakstenen afsluitgevel zijn duidelijk de aanzetten zichtbaar voor de verdere voltooiing; de dagkanten Van de onvoltooid gebleven vensters, zuilen met koolbladkapiteel en opgevulde bogen; de zijbeukafsluitingen zijn doorbroken met een spitsboogvenster. Midden- en zijbeukgevels, geritmeerd door steunberen met versnijdingen, verlicht door grote spitsboogvensters; westbeuken van het transept onder afgesnuite zadeldaken, gemarkeerd door steunberen met dubbele versnijding en spitsboogvensters. Schip, transept en koor afgelijnd door opengewerkte balustrade met pinakels ter hoogte van de dakgoot boven de steunberen, daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw; toen meende men de sporen van de oorspronkelijke balustrade te hebben teruggevonden. Transeptarmen geritmeerd door steunberen met vier versnijdingen, daarboven opengewerkte balustrade en spitsboogvenster. Zuidelijke transeptgevel gestut door zware steunberen uitlopend op achtzijdige hoektorentjes bekroond door stenen kegel met kruisbloemen en hogels. Laatgotisch tweeledig portaal gevat in een tudorboogvormige omlijsting, geflankeerd door twee steunberen met fioelen, bekronende door elkaar gestrengelde accoladebogen. Daarboven een groot spitsboogvenster met deels geprofileerd beloop, verfraaid met bosjes loofwerk. In de vernieuwde top, drie oculi. Noordelijke transeptgevel zelfde ordonnantie als zuidelijke transeptgevel. Achtzijdige opengewerkte lantaarntoren op de kruising. Basilicaal koor van drie traveeën gemarkeerd door steunberen, voorzien van spitsboogvensters. Koorhoofd met zeven transkapellen waartussen steunberen met vier versnijdingen, verder overhoekse steunberen met drie versnijdingen, spitsboogvensters. In de oksel van de zuidelijke transeptarm en het koor: vernieuwde sacristie onder zadeldak, kapittelzaal, kleine sacristie en winterkapel, samen met nagenoeg vierkant plan onder schilddak, ten oosten, geflankeerd door achtzijdig traptorentje. In de oksel van de noordelijke transeptarm en het koor: eenlaagse bergruimte met voorgevel van één travee en zijgevel van drie traveeën onder schilddak.
Schip met tweeledige opstand: zware rondzuilen op achthoekige geometrische basis met bladkapitelen onder spitsboogarcaden, een triforium met opengewerkte balustrade van zandsteen (tweede helft van de 19de eeuw), daarboven spitsboogvensters. Middenbeuk en zijbeuken, westbeuken, transeptarmen en koor met kruisribgewelven. Kruising op bundelpijlers, stervormig gewelf met centraal mangat. Transkapellen onderling verbonden door lancetbogen, ten westen met vijflobbig ribgewelf, verder zeslobbig gewelf. Sommige gewelven waren oorspronkelijk met schilderingen opgesmukt; bewaard in de middelste absidiale kapel, Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans, uit 1497; in de kapel van de Zoete Naam Jezus, waarschijnlijk enkele tijd Heilige Kruiskapel; in de omgangstravee voor deze kapel en in de kapel van de schoenmakers, vroeger toegewijd aan de Heilige Drievuldigheid. In de vroegere kapittelzaal, muurschildering uit begin 16de eeuw, het Laatste Oordeel voorstellend.
Hoofdaltaar, marmeren sarcofaag altaar met antependium "de Aanbidding van de Koningen" , door F.J. Janssens (Brussel), uit 1777; kapel van Heilige Cornelius en Heilige Maurus met houten altaar door J. Coopman, uit 1766, met schilderij "Marteldood van Heilige Cornelius" door J. van Cleef de jonge; altaar van Heilige Rochus, met schilderij "Sint-Rochus door Christus belast met het patroonschap over de pestlijders" door P.P. Rubens; altaar van het Heilig Kruis door C. van Mildert (Antwerpen), uit 1649- 1650, met schilderij van circa 1650 "Heilige Simon Stock, patroon der Karmelieten, ontvangt het Scapulier uit handen van Onze Lieve Vrouw" door G. De Crayer; altaar van de Zoete Naam Jezus uit de 18de eeuw, met paneel "Aanbidding van het Kind Jezus door de Herders" toegeschreven aan O. Venius. Preekstoel door Willem van Biscom (Aalst), uit 1806-1810; neogotische communiebank uit 1907; biechtstoelen uit 1739-1775. Doksaal en portaal ontworpen door broeder Alipius (Brussel) en het orgel uitgevoerd door P. Van Peteghem, 1758-1763. Doopvont uit de 16de eeuw, met koperen deksel met opschrift: Anno 1698 G.W. Belangrijke sacramentstoren door J. Du Quesnoy de oude (Brussel), uit 1604.
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n1 (A-G), Brussel - Gent.
Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
In 1901 voerde aannemer Leonard Verstraete uit Rumbeke een interieurrestauratie uit, naar ontwerp van architect Jules Goethals.
Is deel van
Priester Daensplein
Omvat
Sint-Martinuskerk
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Martinus [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/237 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.