erfgoedobject

Klooster en retraitehuis paters redemptoristen

bouwkundig element
ID
23806
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/23806

Juridische gevolgen

Beschrijving

Complex palend, ten oosten aan de Delaerestraat, ten noorden aan de Sint-Alfonsusstraat en ten zuiden aan de Leenstraat; tuin ten oosten begrensd door de Sint-Amandsbeek. Ten noorden, op de hoek van de Delaere- en Sint-Alfonsusstraat ligt de kerk, door middel van het klooster verbonden met het zuidelijk gelegen retraitehuis met kapel op de hoek Delaere-/ Leenstraat.

Historiek

In 1868 vestigden de paters redemptoristen zich te Roeselare. Deze "Congregatie van de Allerheiligste Verlosser/Congregatio Sanctissimi Redemptoris", was in 1732 gesticht met als hoofddoel de bijzondere pastorale zorg voor de in de gewone zielzorg verwaarloosde bevolkingsgroepen. In de jaren 1830 breidde de orde zich uit naar België en Nederland waar ze zich vanaf de aanvang speciaal toelegden op het organiseren van zogenaamde volksmissies in de parochies en het leiden van retraites.

Klooster

Klooster gebouwd tussen 1868-1871. Heropgebouwd en uitgebreid, onder meer met noordoostelijk blok, met jaarstenen en Sint-Alfonsusbeeld op noordgevel, naar ontwerp van A. Callebert en H. Denys (Roeselare), 1920.

Sober neogotisch, bakstenen klooster met nagenoeg L-vormige plattegrond. Noordvleugel geaccentueerd door middel van hoger opgetrokken toegangsblok leidend naar het noordoostelijke blok met onder meer sacristie, oratorium, refters, keuken en cellen. Middenvleugel met oorspronkelijk cellen waarachter binnentuin aanvankelijk gescheiden van de eigenlijke tuin door middel van de heden afgebroken kloostergang. Zuidelijke vleugel met onder meer bibliotheek met gietijzeren draaitrap naar galerij met smeedijzeren leuning.

Kloosterkerk

Georiënteerde kerk in gematigde neogotische stijl, gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand. Gebouwd in 1872-1874 naar ontwerp van L. De Geyne (Kortrijk).

Driebeukige, basilicale kerk van vier traveeën met ten westen en ten noorden een portaal en ten oosten het hoofdkoor en twee zijkoren met vlakke sluiting. In oksel van de doksaaltravee en de Zuidwestelijke zijbeuktravee, een vierkante toren met ten westen aangebouwd vijfzijdig, half torentje.

Donkerrode baksteenbouw op arduinen sokkel; gebruik van natuursteen voor onder meer speklagen en afzaten. Voorportaal en schip onder leien zadeldaken (nok loodrecht op de Delaerestraat) met haaks geplaatste zadeldaken ter hoogte van de pijlerdoorgangen en voor het noordportaal; lessenaarsdaken voor de zijbeuken en het koor. Vierkante toren onder uitzwenkend schilddak met vorstkam en kruis. Noordgevel: zijbeuk met aflijnende gootlijst op consoles, geritmeerd door steunberen en oculi, noordelijke middenbeukgevel door gekoppelde spitsboogvensters. Hoofdportaal voorzien van het wapen van de paters redemptoristen.

Midden- en zijbeuken overwelfd met kruisgewelven met gordelbogen opgevangen door gekoppelde marmeren zuilen (onder meer ter hoogte van het koor) en door pijlers opengewerkt door een spitsbogige doorgang en gekoppelde spitsbogen met deelzuiltje. Tegen de koorwand, een drieledige spitsboogarcade op slanke zuilen. Noordelijk zijkoor opgedragen aan Maria, zuidelijk zijkoor opgedragen aan de Heilige Gerardus. Muurschilderingen in iconenstijl van 1952 door A. Brys (Oostende).

Mobilair. Marmeren Maria-altaar, icoon van Maria met kind, neogotische biechtstoelen en kansel, oculi met vierpas met neogotisch glas in lood, orgel van J. Loncke (Esen) van 1956.

Retraitehuis

Beschermd retraitehuis gebouwd in 1911-12. Opgetrokken in Vlaamse neogotische stijl naar ontwerp van L. Verstraete (Izegem). Dit complex bestaat uit het eigenlijke retraitehuis met aansluitende kapel; beide van rode baksteen, gebruik van arduin voor onder meer plinten, lijsten en afzaten; leien bedaking.

Eenbeukig kapel van drie traveeën met koor van één travee en driezijdige sluiting. Zadeldak met kleine houten dakkapellen en achtzijdige, ingesnoerde spits als klokkentorentje. Versneden steunberen waartussen spitsboogvensters onder korfboogfries. Interieur: houten spitstongewelf op beschilderde, vermoedelijk arduinen, schalken; zwart-wit marmeren bevloering in geometrisch patroon; gemarmerde plint; neogotisch getint deurhoutwerk (paneeldeuren) onder meer naar kleine aanpalende sacristie.

Retraitehuis. Tien traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Zijgevels en dakvensters met trapgevel voorzien van jaarstenen "1911" en overhoeks topstuk. Rechthoekige vensters - onder meer kruiskozijnen- met kleine roedeverdeling in bovenlichten, verdiept in korfboogomlijstingen onder meer opgevat als Brugse traveeën. Zijgevels met casementen waarin verfijnd maaswerk.

Interieur retraitehuis: enfilade met twee zalen, met elkaar verbonden door vleugeldeuren. Scheidingsmuur met dubbele schouw (voor kachels) in neorenaissancestijl, opgetrokken uit gele baksteen, met gebruik van Euvillesteen en zwarte arduin; korfbogige schouwbalk waarboven rondboogarcade op zuiltjes. Houten zoldering met moer- en kinderbalken; eerstgenoemde op houten, uitgewerkte korbelen, rustend op geprofileerde arduinen consoles. Achterliggend trappenhuis met houten trap en behouden bevloering van okergeel en rood gemarmerde cementtegels; trappaal versierd met eikenbladeren en eikels.

Achterliggende opslagplaats, keuken en sanitaire ruimte, laatstgenoemde met bovenlicht waarin medaillon. De bovenverdieping met onder meer slaapzalen met "chambretten" werden recent aangepast.

Retraitehuis en kapel zijn verbonden door een lange gang; behouden houten balklaag met geprofileerde balksloffen op dito consoles met natuursteen.

Herbestemming

Midden- en zuidelijke kloostervleugel, retraitehuis en -kapel tussen 1994-1998 herbestemd als winkelpanden en restaurant, met verbouwingen, wijziging van indeling en inrichting en toevoeging van veranda's tot gevolg. Voortuin heden ingericht als parkeerplaats; tuin ten oosten van het klooster grotendeels ingenomen door grootwarenhuis.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting & Monumenten en Landschappen West-Vlaanderen, cel Monumenten en Landschappen, Archief nr. 1368.
  • DELBECKE J., e.a., Monumentenzorg in Roeselare, Roeselare, 1994, p. 64.
  • ROOSE P., Persoonlijke notities.
  • VAN EECKHOUT W., Kloosterwandeling te Roeselare. 2. De kerk der paters Redemptoristen, in Mandeldal, XV, 1990, 11, p. 91-94.

Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C., TANSENS A. & VANNESTE P. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kanton Roeselare, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Tansens, Annick; Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Orgel kerk van de paters redemptoristen

  • Is deel van
    Delaerestraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Klooster en retraitehuis paters redemptoristen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/23806 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.