Breedhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder pannen zadeldak, volgens bouwaanvraag gedateerd 1920, mogelijk van de hand van Alfons Van Coillie (Roeselare), wijziging van bouwaanvraag van 1919. Lijstgevel met centraal dakvenster van rode baksteen verfraaid met witte natuursteen. Op de tweede bouwlaag, rechthoekige vensters in korfboognissen onder een doorlopende stenen waterlijst; centraal deurvenster met balkon verfraaid door middel van een smeedijzeren leuning; links en rechts verdiepte spiegels. Op de derde bouwlaag, smalle korfboogvensters onder een doorlopende waterlijst. De gevel is gevat tussen twee vlakke, boven de kroonlijst doorlopende pilasters versierd met verticale, in zaagtand geplaatste bakstenen en bekroond met een natuurstenen blok met florale motieven. Spitsbogig dakvenster, afgelijnd door middel van natuurstenen dekstenen en bekroond met Bacchuskop in reliëf; aanzetstukken met plantmotieven; gekoppelde rechthoekige vensters. Verbouwde begane grond.
Stadsarchief Roeselare, 98/1919, 120/1920.
PLANCKE M., De burgerlijke architectuur tijdens het interbellum te Roeselare, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, RUG, 1990, p. 110, nr. 14.
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C., TANSENS A. & VANNESTE P. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kanton Roeselare, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Tansens, Annick; Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)