In oorsprong winkelpand van 1893 waarin opeenvolgend bakkerij-herberg “Den Oven” en herberg “De Beiaard” gevestigd waren. Achter de herberg liet de Handbooggilde De Verenigde Vrienden in 1937 een hoge schutterstoren bouwen. De toren rijst boven de noordelijke gevelrij van de Grote Markt uit en heeft daardoor een bakenfunctie.
Historische evolutie van het pand
Minstens in 1823 was er op deze plaats al een bakkerij aanwezig. In 1837 kwam er ook een herberg. Vanaf de jaren 1870 stond het pand bekend als “Den Oven”. Na een grondige verbouwing in 1893 ontstond grosso modo het huidige uitzicht waarbij een bakstenen lijstgevel geaccentueerd wordt door een opvallend dakvenster, destijds met opschrift “Den Oven” op een puilijst. Op een prentkaart van rond 1900 valt op dat de bakkerij-herberg geprangd zat tussen hogere witgepleisterde lijstgevels. Het pand van 1893 sluit aan bij het regionalisme. De bouw van de schutterstoren achter de herberg in 1937 ging waarschijnlijk samen met de stopzetting van de bakkerij. De oorspronkelijke winkelpui is inmiddels vervangen.
Van liggende wip naar schutterstoren
In 1885 brachten enkele schutters een liggende wip over naar de herberg “Den Oven”. Deze wip was afkomstig van de “Concorde”, het lokaal van de in 1869 herstichte Sint-Jorisgilde. Na vernietiging tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de liggende wip - geplaatst op de baan van een bolletra - in 1920 hersteld door de nieuwe Handbooggilde De Verenigde Vrienden. Het succes van deze gilde tijdens het interbellum was zo groot, dat zij in 1937 besliste om achter de herberg een schutterstoren of overdekte staande wip te bouwen. De gilde kocht daarvoor een toren die in Nijvel werd afgebroken. Op zijn beurt was die toren overgebracht van de “Wereldtentoonstelling voor Koloniën, Zeevaart en Vlaamsche Kunst” die in 1930 in Antwerpen plaatsvond. Waarschijnlijk was hij daar opgesteld in “Oud België” of “Oud Antwerpen”. De bouwwijze met een metalen skelet impliceert dat schutterstorens in principe konden verplaatst worden. Op een prentkaart van 1937 is het skelet met piramidedak boven de gevelrij afgewerkt, maar was het nog wachten op de bekleding. Begin november 1937 besloot de gilde “gezien de grooten liefhebberij [waarmee] heden reeds op de overdekte perse geschoten wordt” om “het liggende spel af te lasschen”.
De bouw van schutterstorens is een typisch fenomeen in stedelijke omgeving tijdens het interbellum. Bepalende factoren hierbij waren de heropstart en democratisering van de schuttersverenigingen na de Eerste Wereldoorlog en het goedkoper worden van metaalconstructies. In 1988 kreeg de toren een nieuwe bekleding met weglating van de rechthoekige vensters. Sinds 2009 is er geen schuttersgilde meer actief in de toren.
Beschrijving
De voormalige herberg heeft aan de marktzijde een lijstgevel van drie traveeën en twee bouwlagen, en is gevat onder een laag pseudo-mansardedak in kunstleien. De rechthoekige vensteropeningen steken onder stenen lateien met getoogde ontlastingsbogen in baksteen. In het midden zijn de strekken telkens versierd met een decoratieve sluitsteen in de vorm van een diamantkop. De risalietvormende middentravee (bovenverdieping) met breder venster vormt de aanzet voor het dakvenster met sierlijke tuitgevel. Aan weerszijden van het dakvenster is de gevel afgelijnd door een houten kroonlijst op consoles.
Het pand verleent via de achterbouw toegang tot de schutterstoren of overdekte staande wip. De toren is gebouwd op een vierkante plattegrond. De met ruitvormige kunstleien bezette constructie versmalt naar boven toe, en is bekroond met een dak in piramidevorm met makelaar. Binnenin is de naar boven toe versmallende toren, die aan twee zijden voorzien is van inspectieschachten, bekleed met een verticale beplanking. De metalen staande wip met prang met ‘vogels’ is bewaard.
- Stadsarchief Roeselare, 42/1893 (bouwplan).
- Stadsarchief Roeselare, Foto-archief, 1263 (straatzicht rond 1900), A3869 (straatzicht rond 1937), A3674 (straatzicht rond 1970).
- ANECA S. 2007: Wonen op de Grote Markt. Roeselare (catalogus tentoonstelling Erfgoeddag Stadsarchief Roeselare), 44-45, 54-56.
- Informatie verkregen van Hans Vanbockstael (via Stadsarchief Roeselare, mail 7 juli 2022).