Neogotisch eind 19de-begin 20ste-eeuws breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen). Baksteenbouw met gebruik van arduin voor onder meer de bossage van de afgeschuinde sokkel en de vensterkruisen. Aan baksteengotiek ontleende elementen als geprofileerde Brugse travee, kruis-en kloosterkozijnen hier verwerkt in een asymmetrische "functionele" gevelcompositie. Op de begane grond omschrijft de Brugse travee de korfboogdeur en het hoger vierlicht met metselmozaïek in het boogveld; onregelmatig vernauwend loopt ze door tot op de bovenverdieping met centraal kruisvenster tot het getrapt middendakvenster met smaller kruiskozijn.
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C., TANSENS A. & VANNESTE P. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kanton Roeselare, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Tansens, Annick; Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)