Eclectisch woonhuis met bewaarde aanhorigheden naar ontwerp van Ch. Van Moerkerke (Roeselare) van 1910 (zie cartouche). Breedhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak. Combinatie van lijst- en tuitgevel. Rode baksteen verfraaid met witte natuursteen en blauwe hardsteen voor de sokkels, lijsten, doorgetrokken dorpels en muurbanden. Aanknopend bij de neo-Vlaamse-renaissance met onder meer rolwerk- en palmettenmotieven in de boogvelden van de al dan niet gekoppelde rechthoekige vensters. Diamantkoppen voor sluitstenen en steigergatvullingen en voornamelijk de ordonnantie en versiering van de centrale schoudergevel met bol- en urnebekroningen; fialen en het topstuk met driehoekig fronton. Voorts geaccentueerde middentravee met ijzeren leuning voor het op consoles steunende balkon aansluitend bij het drielicht met deurvenster. Bewaard houtwerk voor ramen, vleugeldeur en typische paneelpoort.