Hoeve aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778), bestaande uit twee gealigneerde losse bestanddelen ter hoogte van huidig woonhuis en stal; op de Vander Maelenkaart (circa 1850), U-vormige opstelling, die tot op heden bewaard gebleven is. Losse lage bestanddelen van donkere verankerde baksteen onder zadeldaken (mechanische en Vlaamse pannen) gegroepeerd rond begrint erf. Stoep van rode klinkers voor woonhuis en stal, geasfalteerd ter hoogte van wagenhuis. Moestuin ten westen van het woonhuis, voormalige boomgaard ten noorden ervan met resterende note- en een perelaar; mestvaalt ten noorden van de stal. Aan straatzijde gietijzeren toegangshek tussen bakstenen pijlers waarnaast kastanjeboom.
Ten noorden van het erf, 19de-eeuws woonhuis, mogelijk met oudere 18de-eeuwse kern, met links nutsgebouwtje en rechts aanpalende koeienstal. Woonhuis met witgeschilderde voor- en achtergevel op gepikte plint, deuromlijsting van gesinterde baksteen; zeven traveeën en één bouwlaag, op achtergevel twee dichtgemetste kelderopeningen. Oostgevel met vlechtingen. Getoogde muuropeningen, beluikte vensters.
Interieur: woonkamer onder moer- en kinderbalken; brede schouwmantel tussen muurkasten in woonkamer en aanpalende slaapkamer. Ten westen van de woonkamer, voormalige weefkamer.
Aanpalende koeienstal, wederopgebouwd in 1928, met integratie van drie traveeën van oorspronkelijke stal in de achtergevel. Typerend dakvenster onder hellend dak.
Ten zuiden, dwarsschuur, gedateerd 1885 (zie muurankers): omvat wagenhuis, tas en voormalige kaf- en dorsvloer, heden koeienstal. Westgevel met uilengat en heiligennisje, tevens sporen van kogelinslagen uit de Eerste Wereldoorlog.
Ten westen, voormalige cichoreiast, getypeerd door lange muurankers, naar verluidt daterend van circa 1885. Ten oosten, recentere uitbreiding zonder noemenswaardigheden waarachter drenkplaats.