Gelegen langs de Beselarestraat nabij het kruispunt met de Geluwestraat, ten zuidwesten van het centrum van Dadizele, tussen de oude en nieuwe gemeentelijke begraafplaats. Aan de zuidrand van de begraafplaats, kant Oliekotstraat, staat een Duitse bunker.
Historische beschrijving
Dadizele bleef de ganse oorlog in Duitse handen, totdat het werd bereikt door de ‘36th (Ulster) Division’ en op 29 september 1918 werd ingenomen door de ‘9th (Scottish) Division’. Er volgden nog zware gevechten in de omgeving van ‘Hill 41’ (Kezelberg), iets ten zuiden van het dorp. Pas op 14 oktober 1918 kon de regio voorgoed bevrijd worden.
Dadizeele New British Cemetery werd aangelegd als uitbreiding van de gemeentelijke begraafplaats. Het werd na de wapenstilstand aangelegd met graven afkomstig uit kleinere begraafplaatsen en uit de slagvelden van 1918. In Perk VI, rij D bevinden zich nog enkele doden uit 1914. Het merendeel van de doden behoorde echter tot de 36ste, 9de en 35ste divisies, die de regio bevrijdden in 1918.
Volgens het register liggen er 1.029 doden begraven (of worden herdacht). Hiervan konden er 158 niet meer geïdentificeerd worden. Het gaat om 1.008 doden uit het Verenigd Koninkrijk (waarvan er 156 niet meer geïdentificeerd konden worden) en 21 doden uit Canada (waarvan er twee niet meer geïdentificeerd konden worden). Voor zeven doden, waarvan men weet dat ze ergens onder een naamloos graf liggen, werd een ‘special memorial’ opgericht. Voor drie andere Britten, die oorspronkelijk op ‘Deerlyck German Cemetery’ en ‘Waterdamhoek Military Cemetery Moorslede’ begraven lagen, maar wiens graf verloren ging, werd eveneens een ‘special memorial’ opgericht.
De begraafplaats is ontworpen door Charles Holden.
Kenmerken
Bijna rechthoekige begraafplaats, met een oppervlakte van ongeveer 4.100m². Het terrein van de begraafplaats helt lichtjes af en is omheind met een groengrijze natuurstenen muur, afgedekt met witte natuursteen.
Toegangsgebouw, onderaan opgetrokken uit witte natuurstenen blokken, bovenaan met groengrijze natuursteen, met een rondbogige doorgang en geprofileerde kroonlijst, waarop ‘Dadizeele New British Cemetery’ (straatzijde) en ‘MCMXIV – MCMXVIII’ (kant van de begraafplaats) te lezen staat. In de doorgang zitten twee nissen met zitbanken en landplaten. Vlakbij het toegangsgebouw is de metalen informatieplaat terug te vinden.
Vanaf het toegangsgebouw vertrekt een hoofdas langs de oostelijke muur van de begraafplaats, met centraal de ‘Stone of Remembrance’, geflankeerd door bomen en bloembakken en aan zuidelijke kant het schuilgebouw. Dit gebouw, in grote mate gelijkend op het toegangsgebouw, bevat het registerkastje en een zitbank.
Het ‘Cross of Sacrifice’ (type A) staat op een verhoog in de noordwestelijke hoek (aan straatzijde) van de begraafplaats. De graven zijn regelmatig verdeeld over zes perken. Het geheel wordt getooid met bloemperken, struiken, populieren, linden, paardenkastanjes en Zweedse lijsterbessen.
- Informatie van de Commonwealth War Graves Commission (oude en nieuwe registers, informatieborden, website).
- S.N. 1992: Projekt: Monumentenwacht 1914/18, Shrapnel, juli.
- BOGAERT J. 1993: Deel 1. Tussen Leie en Schelde in 1918, Shrapnel, nr. 4.
- BOGAERT J. 1993: Deel II. In het spoor van de negende (Schotse) divisie, Shrapnel, nr. 4.
- SCOTT M. 1992: The Ypres A guide to the cemeteries and memorials of the Salient, Norwich-Norfolk.